Bediendes
(P.R.) In het vorige nummer wordt als meervoud van ‘bediende’ de vorm ‘bediendes’ gebruikt. Ik dacht eerst aan een verschrijving maar het woordenboek hielp me uit de droom: bediendes of bedienden. Een woordenboek van 1916 was nog niet zo progressief want daar lees ik alleen: bedienden. Wat is de reden van deze verandering? Ze doet me onweerstaanbaar denken aan de Rotterdamse spreektaal: geef me die mandes met kippes an..
(Red.) Dat ‘bediendes’ op hetzelfde peil staat als de mandes met kippes, moeten we beslist bestrijden. Bij woorden als gewoonte, gemeente, leemte, methode, analyse, groente, gebergte hoort men veelvuldig een -s als meervoudsuitgang en dan zeker niet alleen van mensen die mandes met kippes kennen! Het ligt dus voor de hand dat het woordenboek beide vormen goed vindt. Een bevredigende verklaring waarom juist die -s zoveel terrein heeft gewonnen in de laatste dertig jaren, is moeilijk te geven. De grote meerderheid van de beschaafd sprekenden kent als meervoud een -e, ook al wordt de uitgang -en geschreven. Welnu, in woorden die reeds op een -e uitgaan, past die -e niet meer: het meervoud moet door een ander signaal worden aangegeven. Wonderlijk is weer dat een meervoud ‘gedachtes’ niet voorkomt, althans niet in de woordenboeken wordt geregistreerd. Men kan het huidige gebruik van bedienden - bediendes het beste zo formuleren, dat het eerste meer vormelijk is en het tweede meer familiaar, in de goede zin des woords.