U vraagt
veel. Er is ook veel te vragen. Kleine problemen zijn niet minder belangrijk dan grote. Met de grote zijn wij wel vertrouwd, althans dat het ‘riep’ is en niet ‘roepte’. Maar of ‘sparing’ in ‘het recht om de premie te krijgen geldt evenzeer voor sparingen in de spaarkas’ er door kan..? Het eenvoudigste antwoord is: neen, want het staat noch in het grote Woordenboek, noch in de dikke Van Dale. Maar van dit kastje is nog een weg naar de muur: stam + -ing is een goede Nederlandse vorm-ing: paren-paring, dus ook sparen.. □ In elke taalredenering zit misschien wel een kronkel en zeker in dit rubriekje, al is het nog zo serieus bedoeld. □ ‘om geen correctie behoeven aan te brengen’. Fout? Fout. Moet zijn ‘om geen correctie te behoeven aan te brengen’. Wel lelijk, maar niets aan te doen. □ ‘Komt zo pas te verschijnen’, zegt een uitgever over een boek. Het wordt ons ‘aan de geringe prijs van 20 gulden’ aangeboden. Het ‘handelt over het geschiedkundige van een groot aantal edele familiën’. Wij weten nu, uit welke hoeken dit boek waait. Wij kopen het niet, zelfs niet aan niets. □ Een advertentie vraagt voor de tekenkamer ‘calcenses en leerlingcalcenses’. Wat zijn dat? Calculeren is ons bekend. Calceren kennen we niet. De mooie uitgangen zouden kunnen wijzen op het Latijnse werkwoord calcere, maar dat bestaat niet. Calqueren (ook: kalkeren..) was toch wel ouderwets! Daarbij komt nog dat dit calqueren van het Latijnse calcare = drukken stamt. Dus calcantes. Dan maar liever: kalkeerders gevraagd voor de tekenkamer. □ Niet het gebruik van vreemde woorden is iemand onwaardig, lazen wij in een boeiend geschrift, maar wel het verknoeien ervan. □ De uitspraak van ‘douche’ rijmt niet op ‘Loesje’, zeiden we in oktober. Dit is niet waar volgens een ander. De twee klanken
zijn aan elkaar gelijk: ze hebben een klank als het begin van het Franse chef. Er is in de taal nog zo iets als assimilatie. □ Het moet zijn ‘U aller medewerking’ en niet ‘Uw aller m.’.. Geen bez. voornaamwoord. We zeggen evenmin ‘onze aller medewerking’. □ Waarom ‘vooralsnog’ wel twee o's hebben mag en ‘merendeels’ niet twee e's. Omdat het eerste woord is samengesteld uit voor-als-nog en het tweede uit ‘meren’ (een buigingsvorm van meer, dus de e staat in een open lettergreep) en ‘deels’. □ Het onderscheid tussen doordat (oorzaak) en omdat (reden) vindt, zo hebben wij op ons taalcongres gehoord, geen steun in de beschaafde gesproken en geschreven taal. Aan den enen kant is dat jammer voor ons, want wij vonden het zo aangenaam anderen voortdurend daarmede op fouten te kunnen betrappen; aan den anderen kant is er een pak van ons hart gevallen. □ Een student die met een beurs begiftigd is, heet een ‘bursaal’; ‘beursaal’ is verouderd. Wist u dat een er een mislukt purisme voor bestaat? ‘Burzeling’. Als men niet wist, wat het betekende, zou men een burzeling onder de knaagdieren zoeken. □ De verwantschap tussen ‘België’ en ‘gebelgd’ hebben we bestreden. Er is wel verwantschap met ‘verbolgen’. In vroeger Nederlands bestond ‘belgen-balg-gebolgen’, hetwelk ‘opblazen’ betekende. Tussen boosheid blazen en blaasbalg is dus wel verband te zoeken. □ ‘Gedegen’ is door onze Raad verworpen in de betekenis van ‘degelijk’. □ Het goede Nederlandse woord voor ‘raket’ is ‘vuurpijl’. Dit verzoekt ons een ingenieur rond te bazuinen. Wij doen dit graag en met overtuiging, al zit ergens in ons niet-technische hoofd een moeilijkheid, dat het vuurwerkding nog niet hetzelfde
is als het voertuig dat ons naar de maan zal brengen. □ Is ‘ongeacht’ in ‘ongeacht de bezwaren’ een germanisme? Sommigen hebben dit inderdaad zo beschouwd, maar wij geloven niet, dat daartoe reden is. Het komt reeds in de zeventiende eeuw in die positie voor en het past in de groep voorzetsels als: betreffende, aangaande, uitgezonderd, afgezien, gedurende enz., die uit deelwoorden in zg. absolute constructies zijn ontstaan. □ Uitdrukkingen verklaren. Niets liever dan dat. Wij hebben een paar boekjes waar alles in staat. Er staat, jammer genoeg, niet in: lik-op-stuk-vraag. Daar zitten we echt mee. We komen niet verder dan de bescheiden wetenschap, dat ‘lik’ een bargoens woord voor ‘gevangenis’ is.