Handeling aangaan
(A. de B.) In het ontwerp der statuten van een nieuwe stichting komt de volgende zin voor: ‘Een besluit tot het aangaan van rechtshandelingen welke het normale beheer te buiten gaan, wordt genomen door het Algemeen Bestuur.’
Naar mijn mening was de woordkeuze niet juist en diende ‘het aangaan van rechtshandelingen’ vervangen te worden door ‘het verrichten van rechtshandelingen’.
De ontwerper, een jurist, repliceerde daarop met: ‘Rechtshandelingen kunnen worden aangegaan, verbintenissen vallen ook hieronder.’ Nu hebben juristen wel een andere woordkeuze dan gewone mensen, maar desondanks blijf ik van mening, dat handelingen worden verricht en niet aangegaan, en dus ook rechtshandelingen. Het sluiten of aangaan van een verbintenis is een rechtshandeling, maar de verbintenis blijft bestaan, als ze aangegaan is, terwijl de handeling is afgelopen. Ik heb eens gekeken in het Burgerlijk Wetboek en in de artikelen 500, 501 en 502 is ook sprake van het verrichten (‘verrigten’) van handelingen, waarmee klaarblijkelijk rechtshandelingen zijn bedoeld.
(Red.) Handelingen gaat men niet aan, zelfs niet in juridische taal. ‘Aangaan’ wordt van een overeenkomst gezegd, waaruit bepaalde verplichtingen ontstaan. Een verbintenis, verbond, verdrag, weddenschap, geldlening, verplichting, schuld kan men aangaan. Leerzaam is, wat het WNT in 1882 opmerkte over het verschil tussen: aangaan, sluiten, treffen en voltrekken:
‘Treffen is het vaststellen der voorwaarden, aangaan het aanvaarden der verplichting, sluiten het tot stand brengen der overeenkomst. Treffen en sluiten worden alleen van eene wederzijdsche verbintenis, eene overeenkomst, verbond, verdrag of vrede gezegd, niet van eene eenzijdige verplichting of schuld. Eene weddenschap wordt alleen aangegaan. Een huwelijk wordt aangegaan, gesloten of voltrokken; het eerste ziet op de vrijwillige verbintenis; de beide laatste zien op het tot stand komen der vereeniging: sluiten meer op den echt als burgerlijke of kerkelijke handeling met hare wettelijke gevolgen, voltrekken op den echt als feestelijke plechtigheid.’
Als we voortaan huwelijksaankondigingen krijgen, waarop het huwelijk dan en dan en daar en daar wordt gesloten of voltrokken, weten wij meteen, of de jonge echtgenoten den echt met hare wettelijke gevolgen bedoelen dan wel den echt als feestelijke plechtigheid.