Te(n) tweede(n) male
(J.B.) ‘Hij ging te tweeden male met groot verlof’ schreef ik eens (op het ministerie), over welk ‘te tweeden male’ verschil van mening ontstond, omdat het ‘ten tweede male’ zou moeten zijn. Ik wees op hetgeen in dit verband staat in Damsteegts ‘In de doolhof van het Nederlands’, 5e druk, pag. 46, Charivarius' ‘Is dat goed Nederlands?’, 8e druk, pag. 26, Onze Taal 1947, pag. 24, idem 1949, pag. 39, idem 1950, pag. 4, waaruit mij blijkt, dat het ‘te tweeden male’ behoort te zijn. Maar omdat ‘te tweeden male’ daarin niet letterlijk staat behandeld, meent men, dat ‘ten tweede male’ zeer waarschijnlijk een uitzondering op de regel is, net als ‘ten alle tijde’. Is dit nou niet verschrikkelijk?
Nu spreekt Dominicus in zijn ‘Volledige spellinggids’ (1953), pag. 20, van ten tweeden male (van elkaar) en van ten enenmale (enenmale aan elkaar). Naar mijn mening inconsequent, mede omdat hij bijvoorbeeld ook aangeeft: te zijnen huize, te dezen opzichte en te allen tijde.
Mijn oude Koenen/Endepols, 14e druk, vermeldt ‘ten tweeden male’. Van Dale's Nieuw groot woordenboek der Nederlandse taal, 5e druk (1914): ten tweeden male, ten eenen male, in de 7e druk (1950): ten tweeden male, te enen male. Het grote W.N.T. (9e deel, 1913): te desen male, te eenen male, en - voor wat ‘te allen tijde’ betreft - ‘te of tot allen of elken tijde, te of tot allen tijden’. Van Dale's Handwoordenboek der Nederlandse taal, 5e uitgave (1948): te enen male, te allen tijde.
Zou ‘ten tweede male’ misschien ontstaan zijn doordat men ‘ten eerste, tweede, derde’ enz. zegt en daar dan ‘male’ gewoon tegenaan heeft geplakt? En ‘ten alle tijde’ doordat men intussen aan ‘ten tweede male’ gewend is geraakt?
Zou thans ‘ten tweeden male’ wellicht naast ‘te tweeden male’ mogen worden gebruikt, met voorkeur voor het laatste, dus in elk geval geen tweed e, maar tweede n?
(Red.) Onze raad om in deze wir-war vastheid te krijgen: ten tweeden male.
U kent natuurlijk het verschijnsel te + den = ten. Welnu, ‘voor de tweede keer’ levert dus op ‘ten tweeden male’. Een nog betere raad is: de uitdrukking nooit gebruiken.
Over ‘te(n) e(e)nen male’ bestaat twijfel. Men kan deze uitdrukking niet direct met de vorige vergelijken: ze heeft immers een aparte betekenis gekregen, namelijk ‘geheel en al’ en wordt niet meer gekend als ‘voor één keer’. Zo ziet men in de n geen ‘naamvals’-karakter meer en door de volgende e gaat de n als verbindingsklank optreden. Eigenlijk zou het beste zijn ‘tenenenmale’, gelijk ‘uiteraard, uitentreuren’, maar dat ziet er nog al mal uit met die drie e's en drie n's, dus ‘ten enenmale’. De nieuwe Woordenlijst geeft die spelling ook aan (p. 148).
In ‘te allen tijde’ is ‘te’ weer duidelijk. Geen n, daar er voor ‘allen’ geen lidwoord komt. Dat er soms wel