Makkelijk
(T.F.) U betoogt in O.T., dat onze taalbeschaving rijker zal worden, als de boekentaal niet wordt overwoekerd door dode vormen en zich in sommige gevallen meer richt naar de beschaafde omgangstaal. In verband hiermee een concrete vraag: vindt U ‘makkelijk’ goed?
(Red.) Wij hopen niet, dat U Uw lidmaatschap zult opzeggen, wanneer ons antwoord ja is. Zegt U zelf altijd ‘makkelijk’? Hoort U van iedereen ‘makkelijk’? Wij dachten, dat voorlopig nog ‘gemakkelijk’ het wint, althans van ons zelf menen we met zekerheid te kunnen zeggen, dat we ‘gemakkelijk’ gebruiken. Van één idee moet men echter rotsvast overtuigd zijn, wil men de verhouding boekentaal - omgangstaal nuchter bekijken: een woord wordt niet plotseling onbeschaafd als het in drukletters op papier staat. Er zijn natuurlijk tientallen schakeringen in woordgebruik, situatie, maatschappelijke gewoonte, stijlniveau, die er voor zorgen, dat het ‘probleem’ boekentaal - omgangstaal niet met één simpele regel, al wordt die nog zo vet gedrukt, opgelost kan worden. Keren we terug tot ‘makkelijk’. Wij schrijven het niet, omdat het voor ons eigen gebruik niet leeft. Maar ‘behoeven, behoren, bemerken’? Het lijkt ons toch heel gewoon, dat iemand schrijft: hij hoort tot die en die partij, of: hij heeft gemerkt. Wij voelen (gevoelen?) een zekere aarzeling ‘ik hoef, wij hoeven’ te schrijven, hoewel wij ‘ik behoef, wij behoeven’ in de gewone dagelijkse omgang vrijwel nooit horen. Misschien komt het, omdat ‘hoef’ en ‘hoeven’ (van een paard) in de weg zitten of omdat ‘behoefte’ steun geeft, zoals ‘gemak’ aan ‘gemakkelijk’. ‘Makkelijk’ wordt weer geholpen door ‘moeilijk’. Er is een sterke neiging ‘makkelijk’ in de geschreven taal op te nemen. Voor ons ligt toevallig een krant, waar in hetzelfde artikel zowel makkelijk als gemakkelijk voorkomen.