Zei meneer Coty
(Th.M.) In de Haagse Post lees ik herhaaldelijk stukjes met een vreemde woordschikking. Bijv. President Coty was door een schot hagel in zijn rechterwijsvinger gewond geraakt. Zei meneer Coty: ‘Ik ben op een vinger na aan de dood ontsnapt’. Of: Eleanor Roosevelt vierde haar 70ste verjaardag. Zei de vrouw enz. Of: Matisse werd gevraagd, of... Antwoordde Matisse enz. Is dit niet bespottelijk?
(Red.) De bedoelde stukjes zijn in een lichte toon geschreven. Dat omdraaien is nu juist de specialiteit van die stukjessamensteller. Wij moeten hem dat maar niet kwalijk nemen. Wij hebben ook zo onze eigenaardigheden o.a. dat we altijd ‘wij’ zeggen. Daarover is ook al een meneer kwaad geworden. Wij geven grif toe, dat alle leuke specialiteiten op den duur walgelijk vervelend worden. Dan wordt het tijd iets nieuws te verzinnen of verder gewoon te doen.
Nog iets: de omdraaiing is normaal bij opsommingen, als: volgen de candidaten A, B, C enz.; zijn voornemens een christelijk huwelijk aan te gaan A en B, C en D enz. Ook in de bekende formule: rest ons nog te vermelden X.