Wapenpool-pot
(S.V.) In verband met de tendens van vele excellenzen uit de diplomatische dienst om voorkeur te verlenen aan de uitgang isch, zoals deze onder meer aan de dag treedt in de benaming atomische oorlog, vraag ik mij af of Onze Taal niet met urgens een sabelisch gevecht of desnoods een kanonisch duel met deze eminenzen moet aangaan op ta(a)lisch gebied, teneinde hen tot penitens te dwingen.
Of moet ons genootschap hun de raad geven deze verderfelijke oorlogswerktuigen in de wapenische poel des verderfs te droppen?
De kans bestaat dan echter dat zij terecht komen in de wapenpool, die deze heren zo gaarne willen vormen. Hadden zij moedig het woord wapenpot aanvaard, dan hadden zij van onze taal geen pooltje behoeven te maken. Wat denkt ons genootschap hiervan? Volhouden of pool-verteren zonder meer? Na onze inzet, anderen met de pool te laten strijken?