| |
| |
| |
[Nummer 6]
| |
Duitselingen
In onze jeugd hebben wij een diepe bewondering gehad voor onze lerares Duits. Wij vonden haar een genie: zij wist onmiddellijk, wat ‘sich bewähren’ betekende, terwijl alle leerlingen zich daarover het hoofd braken. Eén ding had zij ons in de schoolhersens gebrand: vertaal nooit direct op de klank af! Misschien is daardoor nooit ‘zich bewaren’ te voorschijn gekomen; dàt hebben wij pas enige tientallen jaren later kunnen lezen, toen een lid van O.T. ons een bloemlezinkje duitselingen stuurde, dat hij uit een vertaling van een Duitse roman had gepuurd. We zullen daarover maar zwijgen, ze klinken tè gek.
Ze klinken afschuwelijk, hadden we ook kunnen zeggen. Maar waarom reageert ons trommelvlies zo hevig op zich bewaren, gezinning, volksdommelijk, baanhof en waarom maken oplaag, draagwijdte, daadwerkelijk, van huis uit niet meer de minste indruk op ons? Het antwoord is doodeenvoudig: we zijn aan de laatste vier gewend geraakt, alleen de kenner ziet er nog de Duitse oorsprong van. Iedere taalzuiveraar moet er van overtuigd zijn - het is een droevige waarheid! - dat de smaak van zijn volk per slot van rekening de laatste rechter is, bij wiens uitspraak hij zich, al dan niet met tegenzin, moet neerleggen, anders kan het hem overkomen, dat hij vroeg of laat de schrik van zijn leven krijgt: in zijn eigen uitval tegen een of ander -isme ontdekt een kenner een -isme. Ja maar, zal dan zijn verweer luiden, dàt woord is nu wel algemeen aanvaard..
Deze overdenking kan ons evenwel niet weerhouden aan de veldtocht tegen nieuwe duitselingen met grote geestdrift mede te doen. Wij zijn ons er van bewust, hoezeer wij daarbij moeten oppassen. Nederlands en Duits zijn zeer verwante talen. Een woord dat in beide landen op dezelfde wijze is gevormd, behoeft lang niet altijd op wederzijdse beïnvloeding (hm, dit woord juist wel!) te berusten. Voor bepaalde begrippen, waarvoor alleen maar het Franse woord bekend was, is een woord naar het Duits gevormd: rondschrijven voor circulaire heeft enigszins ingang gevonden, baanhof (Guido Gezelle gebruikt het) voor station kan ons slechts doen huiveren. In vroegere perioden van het Nederlands kan een bepaald woord of een bepaalde constructie bestaan hebben, bijv. onverbogen bijv. nmw. + zelfst. nmw. (booswicht), maar daarom is dit feit nog geen vrijbrief voor oudstad, nieuwvorming, kleingeloof. Of zijn die drie al even ingeburgerd als nieuwbouw, groothandel, smalfilm, hoogspanning? U ziet het: een-twee-drie kan men nooit beslissen over de vraag germanisme of niet. Bij de beantwoording dienen vrij veel punten besproken te worden. Een er van hopen wij in een van de volgende nummers te geven: de geschiedenis van het germanisme.
Wij hebben altijd beweerd er ons niet voor te schamen in dezen Roomser te zijn dan de paus: voorarbeider is naar vorming en naar delen goed, het is echter een namaaksel van Vorarbeiter, waarvoor wij ploegbaas bezitten. Moeten er nieuwe woorden komen, dan liever niet een Nederlands woord naar Duits model. En de ingeburgerde woorden? Wel, we kunnen ze vermijden en we doen er in sommige gevallen goed aan ze te vermijden, maar we moeten niet buiten gaan wandelen in zomercostuum als het hagelt, omdat we zo graag hadden gehad, dat de zon scheen. Wanneer is het woord ingeburgerd? Wanneer heeft het zijn proeftijd achter de rug? Een kwestie van smaak. Laten we maar niet bijzonder nieuwerwets zijn en zeker niet als de candidaten voor het burgerschap de ingezetenen verdringen. Ons eigen hemd is nader dan een Duitse rok. Er liggen in de lade van onze
| |
| |
schrijftafel - Ho, waarde heer, horen wij iemand denken: dat is Schreibtisch, bij ons in het schrijfbureau, maar wij gaan rustig verder, omdat we bewijzen kunnen, dat hij verschrikkelijk abuis is - schrijftafel dus, sedert maanden enige tientallen brieven met knipsels en vragen over germanismen. Wij zullen de voornaamste er van eens kort bespreken. De andere vragen zijn reeds per brief beantwoord.
| |
de jongen kan geen spankracht opbrengen
Geen beste Nederlandse beurt maakte het hoofd der school, die dit aan een vader over diens zoon schreef. Opbrengen is zo langzamerhand een misselijk woord (zie bovenstaande inleiding de zinsnede over smaak), dat te pas en te onpas gebruikt wordt. Spankracht is in de natuurkunde wel bekend als de kracht, die een gas ontwikkelt door de neiging zich te verspreiden of de kracht, die door druk op de samenhang van de delen van een vaste stof ontstaat. Of het in die betekenis uit het Duits afkomstig is, durven wij niet beslissen; al zijn er Nederlandse samenstellingen met span-, wij vermoeden het wel. In overdrachtelijke betekenis willen wij spankracht veroordelen. Het Duits kent wel Spankraft in de betekenis van menselijk, geestelijk weerstandsvermogen. Wij zeggen daarvoor energie of veerkracht. Neen, nu niet met Federkraft komen aandragen..
| |
daadkracht
Een aangetrouwde neef van spankracht. Laten wij het krachtdadig verwerpen. Vlamingen willen wel eens het aan het Frans ontleende energiek vervangen door daadkrachtig. Het doel heiligt de middelen echter niet. De zin van Streuvels (Genoveva van Brabant, een goudmijn voor de germanismenzoeker) ‘in stap en gebaren had hij het voorkomen van een daadkrachtige kerel’ kunnen we niet bewonderen.
| |
Uebermensch
Mogen wij Uebermensch vertalen met bovenmens? Laten we een Uebermensch maar een Uebermensch, dan weten we waar hij vandaan komt. Desnoods supermens of oppermens, al is het laatste niet aardig voor de opperlui.
| |
maagbezwaren
Men is gewoon maagbezwaren als hèt voorbeeld van medische germanismen te noemen, maar - zegt onze dokter - maagkwalen is ook niet goed, want met het eerste woord bedoelt de internist allerlei vrij vage aanwijzingen voor deze kwalen. Wij stellen daartegenover, dat ‘Beschwerden’ in dit geval niet vertaald moet worden met ‘bezwaren’ maar met ‘klachten’. Maagklachten zijn ook vage aanwijzingen.
| |
versagen
Voor ons ligt ter beoordeling de zin: als assistent kon hij het wel bolwerken, maar als directeur moest hij versagen. Hieraan zit een doordringende Duitse lucht. Het Nederlandse ‘versagen’ betekent ‘bang worden’. In het Duits heeft het de grondbetekenis van ‘niet in staat zijn tot iets’, bijv. da versagte der Trick - het trucje ging niet op; seine Kräfte versagten - zijn krachten begaven hem. In de bewuste zin heeft het Duits waarschijnlijk: ..musste er versagen. Bij ons bijv. moest hij het opgeven, het afleggen. Ons ‘versagen’ is het Duitse ‘verzagen’.
| |
achten
Als wij iemand achten, achten wij hem altijd hoog en nooit laag. ‘Achten’ alleen gaat slechts bij personen de hoogte in; men zal evenwel eerder ‘ik heb achting voor hem’ dan ‘ik acht hem’ zeggen. In het Duits kan men een lijd. voorwerp, dat geen persoon aanduidt, bij ‘achten’ gebruiken: diese Gründe achte ich nicht - die redenen acht ik van geen betekenis. Het is mogelijk, dat de boekbeoordelaar, die in zijn artikel ‘ik zal dit boek blijven achten’ het Duitse achten of schätzen door het hoofd heeft gespeeld. Wij moeten daarvoor zeggen: achting hebben voor, waarderen of op prijs stellen.
| |
leedvermaak
Er zijn er te vinden, die dit afkeuren, daar het een vertaling zou zijn van Schadenfreude. Het is zeer waarschijnlijk, dat het een vertaling is, maar dan is het een bruikbare, verrijkende vertaling voor een begrip, waarvoor wij een eigen woord hebben; meesmuilen beveelt er iemand aan, maar dit is iets anders. Een verouderde Van Dale keurde ‘schadevreugd’ af, omdat ‘wij bij de uiteenzetting dezer samenstelling niet zeggen kunnen: vreugde der schade maar vreugde overschade. Hierom is ook het thans gebruikelijke leedvermaak af te keuren.’ Wij moeten erkennen, dat deze redenering ons niet bevalt. Inderdaad is het ‘zich vermaken over een leed’, maar de verhouding tussen de delen van samenstellingen is telkens zo verschillend en zo onlogisch, dat men het zoek raken van ‘over’ niet als argument kan laten dienen om ‘leedvermaak’ te veroordelen. Was ‘schadevreugd’ er gekomen, dan zou er een krachtig bezwaar gemaakt kunnen worden. Het Duitse ‘Schade’ betekent behalve stoffelijk onheil ook geestelijk leed en het Nederlandse ‘schade’ heeft alleen de eerste betekenis.
| |
in opdracht van
‘Uitgegeven in opdracht van de regering’. Wij zijn aan de uitdrukking gewend geraakt. Vijf en veertig jaar geleden noemde het WNT haar nog: niet aanbevelenswaardig germanisme voor volgens opdracht van of vanwege. Op last van is ook beter Nederlands. Meer tegenstand bieden we tegen iemand iets in opdracht geven; daarvoor neme men gelasten, opdragen.
| |
steen - stok
Allerlei woordjes zijn er, die hun oorspronkelijke betekenis reeds lang in een bepaald verband verloren hebben en alleen nog maar dienen ter versterking van het
| |
| |
woord waarvoor ze geplaatst worden. De ‘moordprijzen’ van onze groenteboer hebben de man in de familiekring de naam van ‘moordjongen’ bezorgd, welk woord wij onlangs ook hoorden van een vader, die daarmee de prachtkwaliteiten van zijn zoon aanprees. Zo is het ook met ‘stok’ en ‘steen’, ‘stock’ en ‘stein’. Nederlands en Duits gaan hier vaak parallel. Toch moeten wij onze versterkingsmanier van de Duitse apart houden. Hier een kleine keuze:
steintot - morsdood |
steinhart - keihard |
steinreich - schatrijk |
steinkalt - ijskoud |
stockblind - stekeblind |
stockdumm - oliedom |
stockdunkel - stikdonker |
stockfremd - wildvreemd |
Het is ons opgevallen, dat de opgroeiende jeugd ‘steen-’ liefkoost: steengoed, steenmoeilijk etc.
| |
-vol
Sommige woorden met -vol bieden geen moeilijkheden: boordevol, eivol, stikvol, propvol, stampvol, een handvol, een mondvol. Deze woorden, die ècht vol en ècht Nederlands zijn, worden gevolgd door een grote troep napraters en namakers: achtingsvol, angstvol, geheimnisvol, genotvol, heilvol, krachtvol, smartvol, vreugdevol, moeitevol, zorgenvol, inhoudsvol. Het Engelse -full doet ook een duit in dit volle zakje. Door het gebruik geijkt lijken ons o.a. beleidvol, eervol, hoopvol, liefdevol, roemvol, smaakvol, waardevol. Persoonlijke smaak en taalgevoel moeten de doorslag geven. Wie gedachtevol gebruikt i.v.p. in gedachten verzonken of gemoedsvol i.p.v. tot het gemoed sprekend of gruwvol i.p.v. huiveringwekkend of pronkvol i.p.v. zwierig, spreekt voor onze oren Duits. Gerlach Royen heeft er zeer juist op gewezen, dat de Nederlandse tussenklank -s- de -vol-woorden nog niet Nederlands maakt.
| |
gruwzaam
Bij de -vol-woorden stond ‘gruwvol’ ook. Dat ‘gruw’ is Nederlands. Wij kunnen het echter niet helpen, dat in gruwzaam voor ons het Duitse grausam meeklinkt, vooral in gruwzaamheid. Het is onredelijk van ons, wij weten het; in langzaam horen wij langsam niet. Beter ‘vinden’ we: gruwelijk, verschrikkelijk, vreselijk, weerzinwekkend, afschuwelijk, wreed. Het is evenwel met de grootste schroom, dat we dit schrijven. ‘Gruwzaam’ is Nederlands.
| |
-matig
Wat denkt U van planmatig, beroepsmatig, begripsmatig, gevoelsmatig, dwangmatig. Tja, wij denken aan -mässig. Maar middelmatig en overmatig dan? Deze zijn afgeleid van middelmaat en overmaat. Gelijkmatig is gemaakt van gelijk + maat + ig. In onze taal opgenomen zijn o.a. regelmatig, kunstmatig, stelselmatig. Wees matig met matig! U zit natuurlijk om de regel te springen.. Royen zei eens bij een bespreking van dit type ‘een eenheidsregel bestaat er niet inzake germanistische formaties, evenmin als bij wat ook in de taal.’
| |
zich verlieven in
Wij dachten, dat dit werkwoord in Nederland nooit gehoord zou worden, maar wij hebben ons vergist. Van vrienden kregen wij het knipsel toegestuurd, waarop het in alle ernst prijkte. Moeten wij nog heus zeggen, dat we verliefd moeten worden? Nu ja, liefde maakt blind.
| |
hopelijk
Al bestaat in het Middelnederlands ‘hopelijc’, het hedendaagse hopelijk of erger nog hopenlijk is wel een vertaling van hoffentlich. Er is genoeg geprotesteerd tegen ‘hopelijk’, het lijkt echter de proeftijd doorstaan te hebben: het heeft vooral naast vermoedelijk en denkelijk een behoorlijke levenskans. Wat jammer is.
| |
Wiskundige aanleg
In het niet bijzonder strenge, veel gebruikte woordenboek Koenen (23e druk) staat bij wiskundig aangelegd: verwerpelijk germanisme voor: hij heeft wiskundige aanleg. Een merkwaardig geval. Wij willen het verdedigen. Het Duitse woord is veranlagt, het Nederlandse is anders gevormd. Daarbij komt nog, dat ‘aangelegd’ al vrij oud Nederlands is in de bedoelde betekenis. In het Duits komt ook voor: er hat eine mathematische Anlage; dat lijkt wel op aanleg, waarmede niet gezegd is dat.. Het nogal eens gehoorde bezwaar, dat een tuin wel aangelegd kan zijn, maar een mens niet, houdt geen steek.
| |
akkerbouw
Weg er mee. De vorming is wel niet verkeerd Nederlands, maar er is een Nederlands woord landbouw. Als u de moeite neemt een Duits woordenboek er bij te halen, dan zult u ook ‘Landbau’ vinden. Zie de inleiding op deze reeks duitselingen.
| |
uiteenzetting
Geen bezwaar. Een Nederlands woord ondanks Auseinandersetzung. Het moet evenwel afgekeurd worden in andere betekenissen dan ‘verklaring’. De Duitsers kennen Auseinandersetzung ook als ‘ruzie, woordenwisseling’. In die betekenis moeten wij uiteenzetting niet gebruiken.
| |
techniek
De klemtoon ligt op de tweede lettergreep: tech niek en, niet zoals tegenwoordig onder Duitse invloed in de radio klinkt, op de eerste tech niek.
| |
met pijnlijke zorg
Met de uitdrukking is wel eens hardhandig afgerekend, daar ‘pijnlijk’ alleen maar slaat op ‘lichamelijke pijn veroorzakend’. Men kan ook opmerken, dat het woord hier overdrachtelijk gebruikt is. De zorg geeft
| |
| |
geen lichaamspijn maar wel pijn in het verstand. Het Duitse Pein en peinlich komen hierin overeen met het Nederlands.
| |
springstof
Wat springstof betreft, kunnen wij het beste overnemen, wat in 1937 door onze Raad werd vastgesteld. Sprengen = uit elkaar doen springen is geen Nederlands en is nooit Nederlands geweest. Dus zelfs als archaïsme zou sprengstof niet kunnen verdedigd worden. Maar is het onmogelijk in het Nederlands een samengesteld zelfst. nmw. te vormen met als eerste lid een stam, terwijl het geheel uitdrukt: iets dat die handeling doet verrichten? Nieskruid is kruid, dat iemand doet niezen. Zo gevoelen wij lachgas als een behoorlijke samenstelling. Er bestaat, althans in Zuid-Nederland, ook doolkruid, dat doet dwalen. Zo lijkt springstof niet onmogelijk als woordvorming: stof (vgl. brandstof, grondstof, verfstof, vloeistof), die bijv. rotsen doet uiteenspringen. (Springen = uitelkaar springen). ‘Ontploffingsmiddel’ is minder aanbevelenswaardig: middel waartoe? Waarschijnlijk ook om te doen ontploffen, want middel om te ontploffen, wat zou dat zijn? Dan is het eenzelfde vorming, alleen is ‘doen ontploffen’ bepaald minder goed dan ‘doen springen’.
|
|