Uitgescheiden
Een merkwaardig deelwoord is ‘uitgescheiden’. Het is volkomen in de haak te zeggen ‘hij is daarmee uitgescheiden’, maar vrijwel nooit zult U het horen. In een Hollandse, óók een beschaafd Hollandse mond is het onmogelijk. Men zegt òf ‘opgehouden’ òf ‘uitgescheeje’. De woordenboeken, o.a. de nieuwe Woordenlijst, geven naast ‘uitgescheiden’ ook op ‘uitgescheden’. Koenen zegt daarvan, dat het ‘spreektaal’ is. Dit ‘uitgescheden’ komt ons echter nog onmogelijker voor dan ‘uitgescheiden’. De oorzaak van dit zonderlinge geval - een spraakkunstig juiste vorm wordt door iedereen vermeden - ligt in het feit, dat het verband met het grondwoord ‘scheiden’ totaal zoek is. Het werkwoord zal ook wel nooit helemaal sterk (scheed uit - scheden uit) worden, daar het dan in klank gaat overeenkomen met een geheel ander (plat) woord. In de betekenis van ‘afgescheiden’ is ‘uitgescheiden’ wel mogelijk. Een raar doodlopend straatje in onze taal.