(O.-C.S.) Nu, na de nieuwe spellingswijzigingen in Nederland, zijn er nog maar drie talen die in de woorden van Griekse oorsprong ph, rh en th blijven bezigen, nl. Frans, Engels en Duits. De tegenwoordige spellingen van deze drie talen zijn absoluut verouderd, maar alle hervormingspogingen in Frankrijk, Engeland, de Verenigde Staten en Duitsland zijn tot nog toe mislukt. Het is immers moeilijk verouderde spellingen, die in de middeleeuwse opvattingen zijn blijven steken, met één slag te vernieuwen.
De Nederlanders en de Vlamingen mogen er dan ook trots op zijn dat hun taal nog vóór de bovengenoemde drie talen een nieuwe spelling heeft gekregen, maar juist daarom is het te betreuren dat de th-kwestie zo onbevredigend werd opgelost.
In plaats van te vereenvoudigen heeft men gecompliceerd. Aangezien men overal t in plaats van th duldt, was het werkelijk niet nodig geweest te bepalen dat in zekere posities toch de voorkeur aan th zou worden gegeven. Tot nog toe was het voor iemand die z'n Grieks goed kende gemakkelijk th te zetten waar in 't Grieks ϑ staat. In plaats van nu in alle Griekse woorden t te mogen schrijven, zonder het gevaar te lopen als half ‘ontwikkeld’ te worden beschouwd, moet men zich thans afvragen of in dit of dat geval de voorkeur aan th moet worden gegeven.
Ik veronderstel, dat men vreesde, dat in geval van algemene afschaffing van th in woorden van Griekse oorsprong sommigen ook in niet-Griekse woorden als thee en zelfs in zuiver Nederlandse woorden als thans, althans, thuis de h zouden weglaten. ‘Tee’ zonder h zou aannemelijk zijn, maar ‘tans’, ‘altans’ en vooral ‘tuis’ zouden bij de spellingcommissie waarschijnlijk niet in de smaak vallen (ofschoon deze drie woorden in het Afrikaans wel zonder h worden geschreven). De beste oplossing zou zijn: de th in alle woorden van Griekse oorsprong af te schaffen en een lijst van de weinige niet-Griekse woorden te geven, waarin th blijft gehandhaafd (zonder alle samengestelde woorden als ‘witharig’ op te noemen, waarin de h uitgesproken en dus ook geschreven wordt).
Het ware te wensen dat de spellingcommissie, wat de th-kwestie betreft, op haar besluit terugkwam. Een dergelijke wanregeling zou niet mogen doorgaan.
De th is dood, leve de th! De theologen en de bibliothecarissen en de apothekers zouden waarschijnlijk niet graag hun h willen missen. Bij de apothekers is er een, die ons een beschouwing stuurde over de spellingmogelijkheden van zijn vak; ‘apotheecqueer’ is de mooiste: de th, dubbel ee, c en qu zijn vertegenwoordigd. Geleerder kan het nauwelijks.
(W.F.D.) Uit de inleiding tot de nieuwe Woordenlijst van de Nederlandse Taal, hoofdstuk III, over de spelling van de bastaardwoorden handelende, blijkt, dat in vele gevallen de th wordt vervangen door t. In andere gevallen - aldus de Commissie - wordt de schrijfwijze met t toegelaten. De voorkeur wordt echter gegeven aan th: apotheker, methode, neurasthenie, theologie, theorie enz., ook apoteker enz. Waar zullen wij, apothekers, ons nu druk om maken? Als aan apotheker de voorkeur wordt gegeven, dan zullen de Nederlandse pharmaceuten (farmaceuten?) zich daar wel van harte bij aansluiten, ‘omdat het immers altijd apotheker is geweest’. Maar hoewel wij, apothekers, graag op historische gronden aan die th willen vasthouden, moet de pharmaco-historicus toch enige tegenspraak laten horen. Want het is helemaal niet steeds apotheker geweest. De voor een buitenstaander wellicht vreemd aandoende gewoonte om elke spelling van het woord apotheker, in oude literatuur aangetroffen, te noteren, verschaft mij thans in ieder geval de gelegenheid te laten zien hoe zeer de spelling in de loop der eeuwen, ook voor een zo constant lijkende, wetenschappelijke aanduiding als apotheker, heeft gevarieerd. Om niet te veel ruimte te vergen laat ik de volledige bronvermeldingen achterwege en geef een kleine keuze uit de ongeveer 125 verschillende spellingen van het woord apotheker, over een tijdperk van 500 jaar:
abteke |
apotheke |
apotecarie |
apothequer |
apotecaris |
apothijker |
apotecarijs |
apoticarie |
apoteecker |
apoticaris |
apoteecq |
appotecaris |
apothecar |
appoteequer |
apothecaris |
appotequaris |
apotheckersse |
apteecker |
apotheecar |
apteeker |
apotheecq |
apteker |
apotheecquer |
apteyck |
apotheequer |
apteker |
Indien ik de gehele verzameling, met de vondsten uit andere Europese landen, kon vermelden, dan zou deze kleine mededeling ontaarden in een griezelhistorie. Maar tot ver in de vorige eeuw was het in ons land overwegend apothecar (en chymist!) en misschien is het wel te danken aan de invoering van de schoolplicht, dat er eindelijk als vaste spelling apotheker is ontstaan.
Indien het nú nuttig en nodig zou zijn om th te vervangen door t, - o.a. om ons eindelijk aan te passen aan andere landen (de Skandinavische, Italië, Spanje b.v.) - wat kan er dan, in ieder geval voor de apotheker, tegen zijn?