Over bulldozers en andere dingen
Op het gevaar af, dat U ons voor hardnekkige puristen gaat houden - eigenaardig, deze mensen moeten door hun tegenstanders altijd benepen en kleinzielig genoemd worden - komen wij terug op bulldozer, dat maar geen vernederlandsing kan krijgen. ‘Tractor’ is ‘trekker’ en voorzover wij dat hebben kunnen nagaan, komt het Nederlandse woord in landbouwkringen steeds meer in ere. Weet U nog, hoe wij in het vorige jaar de woorden van een landbouwer op een vergadering van een Nederlands waterschap aanhaalden? ‘Mijnheer de Voorzitter. De boeren hebben hun leven lang hard gewerkt in Gods vrije natuur, maar hebben over het algemeen niet meer onderwijs gehad dan de lagere school. Wij hebben in onze jeugd moeten werken in plaats van studeren. Welnu, wij krijgen stukken toegestuurd met zoveel vreemde woorden, dat wij ze niet of nauwelijks kunnen uitspreken.’ Zou het zo menige Nederlandse arbeider ook niet vergaan?
Bulldozer is bulldozer, ieder weet wat dat is. Mèt de indrukwekkende machine is het woord gekomen en gebleven. Het is in oorsprong een geestig Amerikaans woord voor ‘nijdas, donderaar.’ Het is ons gebleken, dat een Nederlands woord hiervoor niet leeft, of het moest zijn, dat bij de sympathieke, bekijks trekkende zwarte jongens, die zo machtig op de bok van deze daverdingen heersen, wel een of andere bijnaam in gebruik is. De voorgestelde vernederlandsingen ‘grondschuiver, aardschuiver, motorschuiver, motorschoffel, vlakploeg’ lijden aan het zelfde gebrek: ze zijn te theoretisch, te abstract. Ze missen het direct uitbeeldende van de Amerikaanse betekenis ‘bulldozer’. Zo'n woord kan blijven leven. Stel U voor, dat een ‘mallejan’ een ‘bomensleepwagen’ genoemd werd! De studiekring voor het taalgebruik in de Landbouw te Wageningen, die zulk uitnemend werk doet voor onze taal, heeft ‘bulldozer’ ook behandeld. Zijn voorstellen luiden als volgt:
1. | Trekkerschuif (aan een trekker te bevestigen inrichting voor het gelijk maken van de grond in de ruimste zin van het woord; b.v. voor het opruimen van stenen, bomen, enz.). |
2. | Motorschuiver, schuiftrekker (indien, zoals meestentijds, het gewraakte woord gebruikt wordt in de eigenlijk foutieve betekenis van rups- of wieltrekker met schuif). |
Een vernederlandsing, die op het zelfde vlak ligt als ‘bulldozer’ (in de geest van het bekende voertuig op hoge wielen ‘mallejan’) kan men niet voorstellen; die moet geboren worden, wellicht bestaat die reeds lang. Zodra wij nu ergens in de stad een bulldozer aan het werk zullen zien, zullen wij ons scharen temidden van de gepensionneerden en kwajongens, die een dergelijk gewroet met ontzag plegen gade te slaan, in de hoop dan, dat wij hèt woord zullen horen. Voor ons interessant is het woord in Zuid-Afrika. De Afrikaners kennen ‘stootskraper, olifantskrop (= schrobben), olifantskraper’. Die Afrikaanse ‘olifant’ missen wij in de ‘trekkerschuif’. Deze woorden vonden wij in het zojuist verschenen boek van Dr. H.J. Terblanche: Engels-Afrikaanse Tegniese Woordeboek. De Afrikaner heeft nog meer dan wij te maken met de vertaling van Engelse termen, maar hij heeft iets op ons voor: hij neemt niet zo gauw over! ‘Die taalskeppende vernuf van die gewone Afrikaner kom soms met verrassende vondste voor die dag, waarvan die woordeboekmaker met dankbaarheid gebruik sal maak’. En de andere dingen? Ach, het zijn niet de Fashion Tips for Gentlemen, waaraan wij nu wel gewend zijn, noch de collars van de shirts, die semi-soft te verkrijgen zijn. Semisoft is het zeker, halfzacht! Neen, wij vonden in een verslag van een spreekbeurt een opmerking, waartegen wij ons moeten verzetten. Een hoofdredacteur van een groot Nederlands dagblad zeide: ‘Het is mij vaak opgevallen, dat in die-en-die organen een ontstellend gebrek aan human interest is. Men zou human interest kunnen vervangen door belangstelling voor de mens, al dekt ook hier de Hollandse vertaling niet de bedoeling van de Engelse woorden.’ Zie hier het veel gehoorde bezwaar tegen het Nederlandse woord en de roemrijke verdediging van het Engels. Het is niet waar, wat deze hoofdredacteur
beweert. De know-how, buyers' market, jobrotation, general reader, trial and error, patterns of behaviour enz. enz. kunnen gemakkelijk met Nederlandse woorden worden weergegeven die dezelfde bedoeling als de Engelse hebben. Het Engelse woord heeft ‘lexicologisch’ (volgens het woordenboek) dezelfde betekenis als het Nederlandse, maar het heeft zich door het veelvuldige gebruik volgezogen, volgeladen met allerlei nieuwe woorden. Deze kans heeft het Nederlandse woord nooit gehad! Het Engelse woord lijkt nu meer te zeggen en degenen, die een schuchtere poging tot ‘vertalen’ doen, worden onder gejoel gehoond: Ha, ha, onderzoek voor research! Man, pak nou toch in met je misselijke geklungel. Research dat is toch... eh, research en geen onderzoek!
Wij moesten een language-bulldozer hebben...