Het goudland
Het gebeurt niet veel, dat O.T. als scheidsrechter wordt gevraagd bij weddenschappen, maar deze maand was het dan zover. Is ‘het eldorado’ fout of goed? Wij hebben geen ogenblik getwijfeld: goed! Maar - zo horen wij de andere partij, die wat Spaans kent, al verontwaardigd doen - ‘el’ is toch al een lidwoord? Waarom dan nog eens ‘het’ er voor? Het moet toch zijn ‘het dorado’? Geduld, wij zullen U onze voorliefde voor het eldorado verklaren. Lidwoord en naamwoord zijn hier voor het Nederlandse gevoel samengevallen. Slechts de kenner van het Spaans weet hier van een lidwoord te spreken en een zeer goede kenner van het Spaans weet zelfs, dat ‘dorado’ als ‘goudland’ alleen in de vaste verbinding ‘eldorado’ voorkomt. Dergelijke ‘vergissingen’, waarmede een dubbel lidwoord (het-el) ontstaat, komen veelvuldig in alle talen voor. Men herkent en voelt het oorspronkelijk lidwoord niet meer. In elixir, algebra, almanak, alcohol e.a. is het eveneens te vinden. Wie weet gaat de weddenschap wel om een fles van dit cohol! Royen, meester in het opjagen van voorbeelden, heeft in een artikel (N. Taalgids 1942) eens een groot aantal van zulke gevallen genoemd. De Fransman spreekt van le lendemain (= le en demain). De Franse naam voor Rijssel is Lille (= l'île). Ons woord ‘lommer’ komt van ‘l'ombre’. Geen enkele Nederlander vindt het vreemd, als zijn krant spreekt van ‘het Svenska Morgenbladet’ of ‘de Stockholmse Aftonbladet’ of ‘de Aftenposten’, terwijl in deze Scandinavische namen reeds een lidwoord is genoemd, namelijk -et of -en er achter, gelijk de Scandinavische talen met de bepaalde lidwoorden doen. In
het Roemeens gebeurt dit eveneens: ‘Timpul’ is ‘de tijd’. Wij zeggen terecht ‘de Timpul’. Maar waarom zo ver van huis? Heeft Gezelle het niet over ‘de navond’? Neen, wij stellen kennis van het Spaans op hoge prijs, maar vinden het heus niet zo dom te spreken, gewoon op zijn Nederlands, van ‘een eldorado’ en ‘het eldorado’. Moge het glas of de sigaar van Uw weddenschap U goed smaken!