U vraagt en wij..
laten er geen twee maanden over groeien of U hebt antwoord. Als er iemand is, die dit een grove overdrijving van ons vindt, dat hij dat kenbaar make! Wij zullen hem ijlings antwoorden, ook al moet dit zijn op een vraag, die hij O.T. twintig jaar geleden heeft gesteld. □ Wellicht noemt U het vorige gepraat van ‘Jan Kalebas’. Waarom, werd ons gevraagd, nu juist ‘Kalebas’? Deze pompoen schijnt van binnen vol zaad te zitten. De veelbelovende omvang geeft maar weinig vruchtvlees. Eeuwenlang zegt men bij ons dit woord al minachtenderwijs voor ‘bluffer, windzak’. □ ‘De x-methode is de snelweg naar het Engels.’ Wij werken onder ‘hoogspanning’, als we ‘snelweg’ moeten toetsen. Meer dan tien jaar geleden werd het woord in O.T. afgekeurd en dit geeft ons sterkte bij een nieuwe afkeuring. En nu naar het woordenboek.. snelbinder, snelbinden, snelblusser.. stop, dit ‘snel’ is bijwoordelijk van familie.. snelbuffet.. heet tegenwoordig snackbar.. sneldicht, snelverband, snelverkeer, sn.. laten we het boek onder dit snelvuur maar snel dicht doen en snel wegstoppen. □ Wij zijn nog steeds onzeker: daar hebben wij ‘nieuwvorming’ laten drukken. Hiermede hebben we onze eigen kop gesneld, ook al snel weg. We moeten over deze dingen eens een lang artikel schrijven. Ondertussen zullen wij Ongaaf Nederlands van Prof. Royen eens uit ons hoofd leren. Het artikel moet dan komen vóór.. nieuwjaar. □ ‘De tram, wier receveur..’ lezen we in een Antwerpse brief en ook nog de vriendelijke uitnodiging te zeggen, wat we daarvan denken. In Noord-Nederland is deze ‘wier’-vorm toch wel beperkt tot gevallen, waarin het antecedent een vrouwelijke persoonsnaam is. De tram, waarvan de conducteur een man is, kan men toch wel niet zo opvatten. □ Wij weten wel, hoe we ‘cercle vicieux’ moeten vertalen - zoveel
Frans kennen wij! - maar weten niet, of voor dit begrip een bepaalde, goed Nederlandse omschrijving reeds in gebruik is. □ ‘Dat is niet te onderschatten’ is een wending, die zeker door de meesten goedgekeurd wordt, zelfs als men hier de ‘moeten’-betekenis aanneemt. □ O.T. vond ‘de heren worden verzocht’ wel niet onbeschaafd, maar toch niet wat-je-noemt, maar hoe staat het dan met ‘men wordt verzocht’? Dit is een strikvraag. Wij tippelen er niet in. □ Ja, als die ‘heren’ niet gewenst zijn, mag ‘men’ zich niet daarvoor in de plaats dringen. Wie A zegt, moet ook B zeggen en desnoods nog N, resultaat A B N, of laten we ons aan de afspraak houden: verzorgd Nederlands. □ Aan U met dit verzorgde Nederlands een andere uitdrukking te smeden. Geen kunst. □ Aan ons de taak een geschil bij de medewerkers van een reclamebureau op te lossen: ‘Is Uw omzet aan het nijgen? X doet die weer stijgen.’ Bittere twijfel over die ij. Hoe dit ook historisch, etymologisch en poëtisch in elkaar moge zitten, de practijk leert ons, dat ‘nijgen’ voorkomt als ‘een buiging van het lichaam maken’ en ‘neigen’ als ‘overhellen, dalen’. Vandaar dat de dichters de zon ter kimme laten nijgen en neigen. Het reclamebureau kan beter de omzet laten neigen. Dat rijmt ook op stijgen. □ Over reclame gesproken: hebt U die machtige teksten op pag. 9 en 11 gezien? De administratie heeft reeds bij de arbeidsinspectie vergunning voor nachtwerk aangevraagd. □ Een vraag, waarover wij tevergeefs ons hoofd breken is: Wat is het Nederlands voor het Friese ‘jister’? Dat is een afgerasterde hoek van een weiland, waarin men de koeien drijft om ze te melken. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat een niet-Friese boer zoveel geduld heeft om vijftien woorden te zeggen. □ En de afdeling onoplosbare
problemen sluiten we vandaag af met ‘kunt U een beter woord geven voor neef (cousin) en nicht’? Steeds verwarring. Oomzegger(-ster), tantezegger(-ster) is lelijk. Als wij vroeger op school iets niet wisten, hadden wij wel laaghartige middelen om onze opvoeders schandelijke raden voor de ogen te draaien, maar nu weten wij het heus niet en raden willen we niet. □ Wat we wel weten, is dat het aantal lezers dit jaar verdubbeld moet worden.