Gegloofd
(Hoe.) Onder ‘Trug’ vermeldt Mu., dat de laatste tijd nogal eens wordt gehoord: ‘gloven’ i.p.v. geloven, zelfs: ‘ik heb het gegloofd’. Een Limburger zal deze fout heel gemakkelijk maken, daar ‘ik heb het gegloofd’ in het Limburgs is: ‘ich höb het gegluifd’.
(Red.) De zoet vloeiende Limburgse tongval lijkt uit de aard van de zaak meer op het Duits dan ‘Hooghaarlemmerdijks’. Men behoeft bij ‘gegloofd’ nog niet aan Duitse invloed te denken. ‘Geloven’ wordt in onverzorgde uitspraak al gauw ‘gloven’. Zo krijgt het voltooid deelwoord de vorm ‘gegloofd’, terwijl wij bij ‘geloven’ dit ‘ge’ er niet meer bij zetten.