Tot stand
(Lw.) Naar aanleiding van de opmerking ‘Weer- en Windtaal’ (Hu.) in O.T. Juni j.l. wens ik het volgende op te merken. Mededelingen over het weer worden niet gedaan overeenkomstig natuurwetenschappelijke uitkomsten, doch naar de wijze waarop ze zich aan ons voordoen. Zo spreken we van ‘bij zonsopgang’ in plaats van ‘bij de morgenwenteling van onze plaats op aarde naar de zon’; zo kunnen we zeggen: ‘Daar komt een bui’ in plaats van ‘Daar wordt een bui hierheen gedreven’. Dat ‘hierheen gedreven worden’ houdt verband met de atmosferische toestanden. Daardoor ontstaat de regen ter plaatse, zoals de zonneschijn kan veroorzaakt worden door het ‘wegtrekken der wolken’ of het ‘optrekken van de mist’. Wat de opmerking over ‘tot stand brengen’ betreft, diene het volgende. ‘Tot stand brengen’ betekent ‘tot bestaan brengen’, zoals ‘in stand houden’ betekent ‘in bestaan houden’. Het betekent nimmer ‘tot staan brengen’. Of nu sprake is van een statisch of dynamisch iets, doet niet ter zake. Derhalve kan men zeggen: ‘De doorstroming wordt tot stand gebracht’, en ‘De doorstroming wordt op deze of gene wijze in stand gehouden’.