Taalchirurgie
Ons stelsel van telwoorden is grillig. Waarom zouden wij dat niet toegeven? We zeggen de eenheden voor de tientallen ‘zeven en dertig’ en wijken hiermee af van de gewone manier van lezen: van links naar rechts. Historisch is dit wel onjuist geformuleerd, want eerst was ‘zeven en dertig’ en toen pas ‘37’, maar dat geeft nu niet. Mensen, die weinig met getallen omgaan, kunnen ‘vijf en twintig honderd drie en zestig’ niet goed in cijfers uitdrukken; zij maken er misschien ‘5236’ van. Mensen, die heel veel met getallen werken, zullen weinig fouten maken, maar àls zij er een maken, zijn de gevolgen verschrikkelijk. Nu bestaat onze technische wereld uit formules en getallen. Maakt iemand een fout tegen de vervoeging van ‘plegen’, dan zal er niets onrustbarends gebeuren, maar maakt iemand een fout op zijn rekenmachine, de gevolgen zullen heel wat ernstiger zijn. Daarom weg met die onlogische telwoorden! Voortaan is ‘37’ slechts ‘dertigzeven’.
Er is in ons taalgebied een groep mensen, die ernstig naar middelen zoeken om dit telsysteem officieel ingang te doen vinden. Zij wijzen daarbij op de moeite, die kinderen soms hebben bij het maken van hun eerste sommen. Dan staat tenminste de onderwijzer er nog bij, maar in het echte leven kost elke fout geld. Banken en girodiensten kunnen daarvan meepraten. De P.T.T. adviseert bij het noemen van telefoonnummers een nummer als 405836 niet uit te spreken ‘vierhonderd en vijf duizend enz.’ maar ‘vier nul, vijf acht, drie zes’ Nummers van twee cijfers mag men nog gewoon zeggen, dus ‘drie en veertig’. Toch is het percentage verkeerd gedraaide nummers nog hoog, daar vele mensen de telefoonnummers ondanks de raad van de P.T.T. op de oude manier blijven zeggen. De taal zou door het nieuwe stelsel rijker worden, want haar bruikbaarheid voor de practijk zou er door vergroot worden. Leraren, drukkers, accountants, zelfs taalkundigen zijn het hierover eens. Tenminste voor een groot gedeelte. Een van de voormannen van de ‘cijferbeweging’ heeft zelfs uitgerekend, dat de fouten met onze onlogische telwoorden Nederland minstens een millioen gulden per jaar kosten! Daarom stelt hij zich voor een grote beweging in het leven te roepen, die het nieuwe stelsel zal propageren. De kosten daarvan zijn ook al uitgerekend: ongeveer honderd duizend gulden. Een luttel aantal jaren en iedereen telt: ‘twintig-een, twintig-twee enz.’ en nog een luttel aantal jaren en de ouderwetse telwoorden worden alleen nog maar gehoord in de achterlijkste uithoek van het platste platteland. De buigings-n is ook wettelijk afgeschaft, nieuwe namen voor gewichten en maten zijn er ook ingegaan. Het Frans en het Engels tellen ook veel beter, in Noorwegen is de nieuwe telwijze zelfs ambtelijk voorgeschreven, welnu, waarom zou ons land ook niet op de nieuwe manier kunnen tellen.
Wat denkt Onze Taal nu van dit alles? Al zullen er onder onze lezers ongetwijfeld zijn, die het nieuwe stelsel verheugd zullen begroeten, de redactie evenwel ziet deze beweging met - wat men zo afgezaagd kan noemen - ‘gemengde gevoelens’. Wij willen heus niet volhouden, dat ‘zeven en dertig’ mooier is dan ‘dertig-zeven’, dat ‘twaalf’ beter is dan ‘tien-twee’ of ‘vier en