Honderden
(Heu.) Ik kan niet begrijpen, dat in ‘verscheidene honderden mensen’ het telwoord zelfstandig gebruikt is. Ik vrees, dat U de overtuiging zult hebben, dat er van mijn schoolkennis maar weinig is blijven hangen.
(Red.) Laten wij dan nog eens met de stok voor het bord staan. Het is niet zo belangrijk of ‘honderden’ nu zelfstandig gebruikt is of niet. De n van het woord is een meervouds-n, en of nu ‘mensen’ een bepaling is bij ‘honderden’ of andersom, deze n blijft. De verbinding is van dezelfde soort als ‘flessen melk’ en ‘zakken suiker’. ‘Honderd’ is hier een onzijdig zelfst. naamw. Het komt nog zo voor in ‘bij het honderd verkopen’ en ‘in het honderd lopen’. ‘Honderden mensen’ kan men opvatten als ‘honderden van mensen’; men moet dan natuurlijk niet meer aan 100 denken maar meer aan ‘een grote menigte’. Natuurlijk zult U wel eens ‘honderde’ lezen. Dat lezen wij ook, o.a. bij de grote romanschrijver Couperus: ‘Zoo als honderde mannen honderde vrouwen ten huwelijk vragen.’ Maar zelfs als deze het schrijft, is daarmede niet gezegd dat ‘honderden’ ondeugdelijk is.