volgend zelfst. of bijvoegl. naamwoord gevoegd en vormt daarmee één geheel. En dan: de betekenis van on- is eigenlijk niet: slecht, maar: niet, geen. Het is een ontkenning; denzelfden stam vinden we in: neen, uit Germ. ne ainan = niet een (ding); ook in: niet(s), niemand, mnl. ne, en, Gotisch ni, Fra. ne, Dts. nein. Nu wordt dikwijls een ontkenning gebezigd, als men juist het tegendeel wil zeggen b.v.: hij heeft geen best humeur! voor: hij heeft een slecht humeur! en: het kostte hem niet weinig moeite! voor: het kostte hem veel moeite. Zo is het ook met het voorvoegsel on-: onheil = geen heil voor: ramp. De ontkenning kan eveneens gebruikt worden ter aanduiding, dat iets niet goed, dus slecht is, b.v.: het is vandaag geen weer! Nl. geen goed weer; 't is slecht weer. En: het is geen doen = het is slecht te doen! Zo is onraad: geen raad, nl. geen goede raad, maar juist een boze raad.
Raad betekent hier echter niet: wat men iemand aanraadt, raadgeving, aanbeveling om iets te doen of te laten, hulp, voorlichting, maar we hebben hier te doen met de vroeger veel voorkomende betekenis van: overlegging, gedachte, plan, nu nog in: met voorbedachten rade, d.i. volgens een vooropgezet, weloverlegd plan.
Onraad betekent dus eigenlijk: geen plan, nl. geen goed plan, maar een boos plan, boos opzet tegen de veiligheid van anderen en zo ook zonder dat aan een bepaalde persoon, die het boze plan koestert, wordt gedacht: alles, waardoor de veiligheid wordt bedreigd.