Dan of als?
‘Haar Keesje is even oud dan mijn Hansje, maar mijn Hansje is veel vlugger als hij!’ Moeten wij daar genoegen mee nemen? O ja, laat Hansje maar gerust vlugger zijn dan Keesje, maar vlugger als? En even oud dan? Wij horen het om ons heen, maar op school leerden wij het anders! Toch, zegt een lezer, volgens een pas verschenen A(lgemeen) B(eschaafd) N(ederlands) Gids meende de ouderwetse spraakkunst wel te moeten voorschrijven, dat na een vergrotenden trap alleen dan gebruikt mag worden, doch heeft de officiële taalwetenschap dezen regel terecht vervangen door: na een vergrotenden trap mogen zowel als als dan gebezigd worden!
Dus alweer, zoals zo vaak, geen overeenstemming tussen de geleerden! Maar ja, die taaldespoten van vroeger ook! Hebben ze niet wat overdreven met al hun regels? Een enkelen keer misschien wel. Maar heus, ze gingen niet over één nacht ijs, ze konden hun regels best verdedigen. Laten we maar eens bij het dan-als-vraagstuk blijven. Dan is een voegwoord, dat een ongelijkheid aanduidt; reeds in de 16de eeuw kwam het achter den vergrotenden trap voor, b.v. bij een vergelijking van verschillende eigenschappen van één persoon of zaak: mijn leerling is minder lui dan onverschillig. Ook achter ander en anders. Zelfs werd het gebezigd bij een ontkenning van een gelijkheid b.v.: ‘Prins Frederik Henrik heeft ondertusschen niet zoo openlijk naar de opperheerschappij gestaan dan zijn broeder’. Gewoonlijk wordt in zulke gevallen echter als gebezigd evenals bij gelijkstellingen; maar ook hier vinden we bij sommige schrijvers dan, zo bij den 17de-eeuwschen schrijver Gerard Brandt: ‘Dan ben ik al zoo sterk met u beezig dan wanneer ik u de meeste bezoeken geef’.
Dan is bij den vergrotenden trap oorspronkelijk, maar in de 16e eeuw is als in gebruik gekomen evenals in Duitsland, waar als het oorspronkelijke denn zelfs geheel heeft verdrongen. Bij ons behield dan echter de overhand. Vondel bezigde aanvankelijk het meest als, maar later gaf hij zo zeer de voorkeur aan dan, dat hij dit niet alleen in zijn nieuwe werken gebruikte, maar ook in latere drukken van zijn oudere gedichten voor als in de plaats stelde.
Op zichzelf beschouwd zijn beide woorden geschikt om den vergrotenden trap uit te drukken. Dan is echter niet geschikt om bij een gelijkheid gebezigd te worden; het duidt een opvolging van tijd en rang aan: Amsterdam is groter, dan volgt Rotterdam. Als daarentegen geeft een gelijkheid aan: de grootte zo als die van Rotterdam is, is de maatstaf; groter als Rotterdam is dus elliptisch voor: groter in vergelijking met een grootte als die van Rotterdam. Zelfs zou men dan als kunnen zeggen: Amsterdam is groter dan (een grootte) als (die van) Rotterdam. Bij den vergrotenden trap zijn dan en als dus beide historisch volkomen te rechtvaardigen. Maar, zeiden nu onze oude taalgeleerden, als drukt een gelijkheid uit; het lijkt ons daarom ongewenst hetzelfde woord te bezigen, als juist de ongelijkheid op den voorgrond staat; bovendien is het niet aan te bevelen twee woorden naast elkaar te gebruiken voor hetzelfde begrip zonder enige schakering. En, zeiden zij, de spreektaal mag ons niet de wet stellen, als zij in strijd is met den goeden smaak of met een duidelijke en ondubbelzinnige uitdrukking der gedachte, het eerste vereiste en de hoofdvoorwaarde van een verstandige taal!