Kemenade
Charivarius geeft ‘kemenade’ als synoniem voor boerderij. Dat kan toch niet; kemenade is eenvoudig: vrouwenvertrek.
La.
(Een roekeloos, stout bestaan, Charivarius aan te vallen met: ‘dat kan toch niet’! Laat ons hopen dat Charivarius dat nooit te weten komt; wij zouden niet voor de gevolgen instaan!
De woorden in Ch.'s boekje zijn geen synoniemen in eigenlijken zin; het zijn zinverwante woorden, en dat ‘zinverwant’ in zijn meest uitgebreide beteekenis. ‘Kemenade’ wordt inderdaad meestal aangetroffen in de beteekenis: vrouwenvertrek, kamer van de middeleeuwsche burchtvrouw. Het wilde oorspronkelijk niets anders uitdrukken dan: verwarmbaar vertrek, woon- of slaapvertrek in middeleeuwsch kasteel; ‘(camera caminata’), vertrek waar gestookt kan worden.
Dat Charivarius ons i.v. ‘boerderij’ op het woord wijst, is zoo gek nog niet. In Groningen spreekt men van ‘kemnoade’, ‘kimnoa(de)’, ‘kimnoal’, en bedoelt daarmede: het eenige voeten hooger gelegen hoofdvertrek in de huizing van een ‘heerboer’; tegenwoordig meestal: het dwarsbovenhuis van een boerderij, de ‘dwarskimnoa’. Het woord wordt ook gebezigd als benaming voor een afzonderlijk gebouw met bijbehoorenden grond: een hofstede. Nog in de huis- en plaatsnamen: De Kemenade; Kemmenade: Kemmena; De Kemna; De Kemma.)