Genootschap ‘Onze Taal’ jaarvergadering
De jaarvergadering van het Genootschap ‘Onze Taal’ is Zaterdagmiddag 11 Juni te 's-Gravenhage gehouden, onder leiding van de voorzitter, de heer Ir J.T. Duyvis. De opkomst was niet groot. Een kleine groep oude getrouwen was aanwezig.
De heer Hendrik Muller, na het overlijden van onze redacteur waarnemend secretaris, bracht het volgend jaarverslag uit, dat door de aanwezigen staande werd aangehoord. (Bij afwezigheid van de heer Muller las de voorzitter de jaarverslagen voor).
‘Zwaar is ons Genootschap in 1948 in zijn oudste en beste vrienden getroffen. Moesten wij in onze Januari-aflevering het overlijden van ons ere-lid C.K. Elout, initiatiefnemer tot de oprichting van ons Genootschap, aankondigen, in September ging P.C. Smit Jr, onze onvolprezen redacteur van ons heen, en voor het jaar ten einde was, verloren wij ons toegewijd bestuurslid, F.J.W. Drion. Alle drie hebben onze vereniging ten doop gehouden, haar zeventien jaren gediend met raad en daad, en onafgebroken haar strijd meegestreden. In ons maandblad is hun verdienste gememoreerd en aan hun nagedachtenis hulde gebracht, doch in dit jaarverslag mogen nog eens uitdrukkelijk onze verplichtingen aan hen tot uitdrukking komen voor de wijze, waarop zij, als warm voelende Nederlanders, onze geliefde Nederlandse taal tegen verbastering en bederf hebben trachten te beschermen.
Niettegenstaande zijn ernstige ziekte, gelukte het onze redacteur in de zomer het tijdschrift geregeld en gevuld in de ons zo vertrouwd geworden, sympathieke trant, te doen verschijnen. Pas toen hij op sterven lag, konden en behoefden wij in te grijpen en namen minder ervaren handen zijn levenswerk - het is geen te groot woord - schuchter van hem over. Dat wil zeggen, voorzover het betrof het tijdschrift; zijn omvangrijke correspondentie met leden en belangstellenden moest helaas voorlopig onafgedaan blijven.
Uit de vermelding van de namen der tegenwoordige bestuursleden in de kop van ‘Onze Taal’ kunt u zien hoe de taak, aan uw bestuur toevertrouwd, opnieuw verdeeld is. Het is verheugend dat, voorzover wij dat kunnen vaststellen, de belangstelling der leden onverzwakt is gebleven. Moge die belangstelling zich echter in de toekomst in meerdere mate ook uiten in medewerking aan, in plaats van enkel kennisneming van ons tijdschrift. Speciaal ook op de jongeren houden wij in dat opzicht het oog gevestigd.
De verhouding tot onze Raad van Deskundigen bleef ook in het afgelopen jaar van zeer aangename aard. Wij zijn zijn leden voor menig grondig advies steeds erkentelijk.’
De heer Muller bracht ook als penningmeester een jaarverslag uit. Dank zij het zuinig beheer van de overleden redacteur werd in 1948 ruim f 1200, - overgehouden. Zij werden gereserveerd voor het lopende jaar.
Het bestuur besloot nog niet tot uitbreiding over te gaan. Het aftredend lid werd herkozen.