U vraagt en wij....
In het Septembernummer heb ik het antwoord aangetroffen op mijn vraag omtrent het eventueel verschil tussen ‘rente’ en ‘interest’. Is het me toegelaten U nog een paar kleine vragen voor te leggen?
1o. | Onze spraakkunsten vermelden: ‘are’ en zijn samenstellingen staan altijd in het meervoud: 5 aren. Van Dale (ook in de nieuwe uitgave) schrijft: ‘hectare = 100 are’. Is er een vaste regel? |
2o. | In hetzelfde verband wordt voorgeschreven dat bastaardwoorden die op een klinker uitgaan, hun meervoud vormen op s, voorafgegaan door een afkappingsteken. Dus: peseta's (zoals de woordenboeken ook vermelden). In de Nederl. financiële tijdschriften treffen wij meestal pesetas zonder afkappingsteken aan. |
3o. | ‘enerzijds en anderzijds’ wordt hier aangezien als een germanisme, maar wordt zeer veel gebruikt. De uitdrukking vind ik thans in de nieuwe uitgave Van Dale (in de oude niet) en ook in ‘Onze Taal’ blz. 38 onder ‘afname en toename’. |
4o. | ‘voor wat betreft’ beschouwen we als een gallicisme; ook Van Dale doet zulks opmerken onder ‘betreffen’ (nieuwe uitgave, oude niet). Ik tref die uitdrukking echter zo dikwijls aan in Nederlandse werken dat ik me afvraag of ze niet reeds algemeen geduld wordt. |
5o. | Uitnodigingskaarten voor plechtigheden, waarbij geen avondkleding voorgeschreven is, vermelden onderaan ‘toilette de ville’. Zijn de kaarten tweetalig gesteld, dan wordt de uitdrukking vertaald als ‘stadskledij’. Bij mijn weten wordt dit in Nederland niet gezegd. Bestaat hiervoor wel een speciale uitdrukking? - |
6o. | Men schrijft zowel: ‘dit perceel is 5 are groot’ en ‘dit perceel is 5 aren groot’. Merkwaardig is dat gebruikelijker is: ‘dit weiland is 10 hectare groot’, dan 10 hectaren, maar bij centiare is het juist andersom. Een vaste regel is er dus niet. |
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft als meervoud van are: ares en aren, en schrijft ook 10 aren of ares. Maar de aflevering waarin are voorkomt is ongeveer tachtig jaar oud. En daarin wordt ook geschreven 10 meters laken, terwijl wij het altijd zullen schrijven: 10 meter laken, evenals 10 liter, 10 kilogram. Dit stuk drop kost vier cent, maar: er liggen vier centen op tafel.
Ook bij are zal de neiging dus wel meer uitgaan naar den enkelvoudsvorm.
2o. | peseta's. |
3o. | enerzijds en anderzijds zijn o.i. goed Nederlands. |
4o. | evenzo: voor wat betreft. |
5o. | stadskledij wordt in Nederland in de betekenis van toilette de ville terecht niet gebruikt. |
Tegenwoordig is daarvoor wel gebruikelijk ‘wandelcostuum’, waaronder men vroeger in zekere kringen verstond: jacquet met gestreepte broek. De uitdrukking ‘wandelcostuum’ voldoet echter ook niet en wordt zeker door grote lagen van onze bevolking niet verstaan. Immers men bedoelt er onder te verstaan een donker colbert en men gaat toch ook wel in een licht pakje wandelen.
Op de uitdrukking avondkleding voor rok voor heren en lange japon voor dames kan men ook technische aanmerking maken - men zou het zo kunnen verstaan dat men b.v. op pantoffels, een zeer geëigende avonddracht, zou kunnen komen - maar algemeen wordt begrepen wat met de zegswijze bedoeld wordt; de uitdrukking heeft burgerrecht verkregen en in aansluiting daarop zouden wij voor toilette de ville voorstellen: middagkleding. Men kan ook in het negatieve gaan en schrijven: geen avondkleding. (Li).