U vraagt en wij....
vergissen ons ook wel eens! Stel u voor, dat wij dat niet deden! Aan deze rubriek werken eigenlijk alle inzenders(sters) mede. Zij wordt samengesteld door één man, maar geschreven door tientallen. Dit brengt ons op eenige fouten in deze rubriek, in het laatste nummer, zetfouten en andere (zullen we maar zeggen). Het is natuurlijk honderden huizen mèt een n, want honderden is hier een zelfstandig naamwoord. Het is ook: deze aankondigingen werden alle, niet allen, vervaardigd. Allen wordt alleen geschreven, als het personen, niet zaken betreft. ‘In cauda venenum’, in de staart (van die rubriek) zat het gif. Weet u hoeveel van de zesduizend lezers(essen) op deze fouten gewezen hebben? Gelukkig niet allen. Het waren er twee. O zoo. Hoe goedhartig zijn zij! Maar dan stond er nog: ‘ga tot de woordenboeken, gij luiaards!’ en luiaards had in het enkelvoud moeten staan. En (horribile lectu) ‘de taal ontwikkelt’ was met een d gezet, en in ‘hierover zullen we nog veel (over) te hooren krijgen’ was één ‘over’ te veel gezet. En ‘neen, wel dat bedoelt een rechtsgeleerd raadsman’ moest niet wezen, en ‘een andere beteekenis van tassen’ moest ‘sassen’ zijn.... Ja, als de redactiesecretaris ook zes dagen in een trein gaat zitten en de zetterij maar voor alles alléén laat staan... U moet vooral de radio-toespraak lezen, die meneer Jan van den Berg, Nederlandsch gezant in Zuid-Afrika, heeft gehouden in het warme en verre Zuiden, en die gij in dit nummer vindt op de eerste pagina en de volgende. Meneer Van den Berg heeft beter dan ooit iemand anders verteld, hoe ons genootschap werkt. Als u begrijpt wat hij bedoelt (een zegswijze van Ollie B. Bommel), dan draagt u ons toe een medelijdend èn een vergevend hart. Wel bedankt!!
Ik leg wel verantwoording af, maar neem de verantwoordelijkheid op mij. □ Merkt u, hoe het gevoel de taal beheerscht? □ Mogen wij u een goeden raad geven? Stelt u eens uw eigen (taal) gevoel op de proef. Probeer eens, in gedachten, en daarna: hardop sprekende, of dit of dat woord u bevredigt. Misschien schrijft u dan O.T. niet eens meer. □ Maar, u mag wel schrijven! O, die gewetensvragen! □ ‘Zeer binnenkort’, vraagt een lezer, of ‘binnen zeer korten tijd’? Als u deze vraag wilt stellen, moet u haar eerst op u laten inwerken. Wij probeeren het ook. ‘Binnenkort’ is binnen korten tijd. Als wij nu willen zeggen, dat ‘binnen zeer korten tijd’ iets te verwachten is, dan mogen wij ook schrijven ‘zeer spoedig’. Dat is korter gezegd. □ Hoedt u voor het overtollig gebruik van woorden. Wat langer gezegd: voor woordovertolligheden. De Nederlander is daartoe zeer geneigd. □ Voor het hoofdartikel in de Revue der Reclame, dat het opschrift droeg ‘Ons Congres’, zouden wij een 5 gegeven hebben, nog net niet onvoldoende. Maar wat wilt gij? Degenen, die zich met de reclame bezig houden, komen met heel veel taalbederf in aanraking. □ Benoemen tot, niet als. □ Commiezen-redacteur, niet commies-redacteuren. Hè, een deskundige medewerkster heeft over deze meervoudsvormen nu juist zoo'n aardig, en duidelijk, stukje geschreven! □ ‘In dezen tijd van afval en ongeloof’, vreeselijk, ‘van afvalligheid’ moet het zijn. Onder ‘afval’ verstaan wij, wat in de vuilnisemmer terecht komt. □ ‘Bewegwijzering’ is onaannemelijk. Dit moet omschreven worden. □ ‘Overwegende, dat bij raadsbesluit is vastgesteld een plan (enz.) alsmede (enz.)’.
Natuurlijk niet zijn. Een plan is vastgesteld. □ ‘Voor de uitvoering van deze bepalingen worden als schilders beschouwd de personen, die belast zijn met het bereiden van de verf, eventueel na de machinale bewerking’. De machinale bewerking kan onmogelijk op de personen slaan, alleen op de verf, maar om alle misverstand te voorkomen, zoudt u beter kunnen schrijven ‘ook na de machinale bewerking van deze’. Men heeft u geplaagd. □ Plagen is goed. Veel doen! □ P.M.C. (Toepoel) had nog andere narigheden. Vererven, of overerven eigenschappen? Li., die alles weet van erven, zegt kort en goed, ‘dat eigenschappen van het voorgeslacht op het nageslacht overerven, dat eigenschappen van het voorgeslacht op het nageslacht vererven, en ook dat die eigenschappen geërfd worden’. En dan geeft hij heel veel aanhalingen uit het W.N.T., maar die hebben we aan P.M.C. toegestuurd, persoonlijk. U weet het nu ook (in hoofdzaak). □ Merkwaardig is, dat noch Van Dale noch Koenen het woord ‘vererven’ geven, zegt Li. □ Waarom merkwaardig? Die twee zijn toch veel kleiner? □ En het W.N.T. is nog niet toe aan de V. □ Nu ja, die registratie duurt even, want zij moet wetenschappelijk verantwoord zijn. □ Li. vindt ‘eigenschappen vererven vaak’ mooier dan ‘eigenschappen erven vaak over’. Wij ook. Wij sluiten ons altijd aan bij Li.(eden) met smaak. □ In een archief vindt men documenten, ja, en personen treft men aan, ontmoet men. □ Kent u dat grapje van een juffrouw, die een bekende ontmoette, en die zei ‘ik kan u’, en de andere antwoordde toen ‘ja, dat ken’? Goed voor O.T. □ Men mag van ‘de betrekkelijke’ of ‘de desbetreffende’ polis spreken, alhoewel het eerste bv. nw. wat verouderd is. Men kan
beter, tout court, van ‘de polis’ spreken, want men heeft het toch altijd over de polis, die men insluit? □ Beursjargon: ‘afbrokkelende prijzen’. Ja, leelijk, ‘langzaam dalende prijzen’ is beter. Maar vergeet niet, een groep, of een klasse, van een volk kunnen een eigen taal vormen. En dan vindt men in ‘afbrokkelende prijzen’ een groote uitdrukkingskracht. Wat denkt u? Moeten we het zóó niet bekijken? □ Wij hebben het gevoel, dat men beter kan zeggen, ‘die koffer is zwaar’ dan ‘die koffer weegt zwaar’, en ook, dat ‘die ring duur is’ dan ‘die ring kost duur’. ‘Zwaar wegen’ voelen wij ook meer als een begrip in figuurlijken zin. Voelt u het? □ Zijn ‘billijke’ prijzen gelijk aan ‘goedkoope’? Even nadenken. Neen, ‘goedkoope’ prijzen zijn lager dan ‘billijke’. Wat denkt u? U moet ook wat doen! □ De zelfwerkzaamheid willen wij bevorderen. □ ‘Dit is de oerstam, waarop al deze loten zijn terug te voeren’. Niet goed, zegt Voe. Hm! ‘Dit is de oerstam, waaraan al deze loten zijn ontsprongen’ is natuurlijk beter. Aan de beeldspraak wordt vastgehouden. □ Maar is ‘terug te voeren’ een germanisme? In den aangehaalden zin klinkt het valsch, maar an sich (ha, ha) is ‘terug te voeren’ toch geen germanisme? □ Op zichzelf bedoelden we natuurlijk, maar zoo ziet u, waar het bloed al niet kruipt. □ Als de politie ‘een dievenbende oprolt’, dan maakt zij zich schuldig aan een leelijke germaniseering (in taalkundig opzicht, want voor de rest mag zij zooveel dievenbenden achterhalen als zij wil). ‘Oprollen’? Ja, ja,
de uitdrukkingskracht van dit woord is toch groot. Is ‘opruimen’ hier beter? In ‘oprollen’ voelen we méér dan in ‘opruimen’: alle draden volgen (de eene is korter dan de andere) en aan het eind van die draden toeslaan. ‘Knip, ik heb ze’. Zit dat in ‘opruimen’ ook zoo? Als ik iets ‘oprol’, dan heb ik alles te pakken, wat ik hebben wilde, als ik aan het einde van het rollen ben. Het is een moeilijk geval. Zullen we zeggen: een grensgeval? □ ‘Onmiddellijker belang’ is ontoelaatbaar. Meer belang. Uit. □ ‘Onlosmakelijk’ is niet onsmakelijk, hoe aardig de poging tot alliteratie ook is. ‘Onlosmakelijk’ is sterk van zeggingskracht, in een bepaald zinsverband. Onverbrekelijk is het gewone woord. □ Ja, men ‘verzorgt’ tegenwoordig wel alles, concerten, muzikale omlijstingen, programma's, toespraken. Vroeger verzorgde men alleen zieken, zwakken en bloemen. Hier zijn omschrijvingen noodig. □ Men ‘vervult’ niet het secretariaat, men neemt het waar. □ Ook brengt men geen wenschen naar voren, men uit deze.