gevonden, maar wij zijn meer onder de bekoring van de verklaring van den tweeden lezer: ‘Sas = sluis, schutsluis, haven (Sas van Gent). Deze haven van Gent lag vroeger aan een zee-arm, die nu verslibd is. Is men in een haven aangekomen, dan is men veilig, in een prettige stemming, ‘in zijn sas’. Heel aannemelijk, heel goed. Een fraaie vondst! De redacteur is in zijn sas. Hij heeft in deze kleine gedachtenwisseling geleerd, hoeveel schatten uit onze taal kunnen worden opgegraven door bezinning.
De beteekenis van ‘sas’, hebben wij in een later gesprek gehoord, is oorspronkelijk geweest ‘afwateringsplaats’, de plaats waar het water geloosd werd (wordt). ‘In zijn sas’ zijn blijft desniettemin beteekenen ‘zich opgelucht gevoelen’, in een prettige stemming zijn.