(Uit)oefenen
Controle, macht, bevoegdheid oefenen is m.i. volkomen ongebruikelijk, zij het ook wellicht orthodoxe taal. Men oefent zijn spieren, een bepaalde handgreep, sportieve finesses, huishoudelijke talenten e.d.
Ma.
(Wat wil inz. hiermee zeggen? ‘Ongebruikelijk’, dus niet aan te bevelen? Moet Onze Taal dan aanbevelen wat ‘gebruikelijk’ is? Is niet juist onze taak: trachten te redden wat verloren dreigt te gaan, wat ‘ongebruikelijk’ dreigt te worden, of alreeds geworden is? Red.)