De particulier secretarissen en hunne lotgenooten
Wie denken zou dat deze ongelukkige invaliden reeds lang in een verzorgingshuis hun welverdiende rust zouden genieten en in vrede hun naderend einde verbeiden, zou zich vergissen: zij - met hunne even beklagenswaardige lotgenooten, de openbaar ambtenaren en de controleerend geneeskundigen - zijn nog steeds gedwongen dienst te doen, alsof zij volslagen krachten waren. Is dat niet onwaardig? En dit legioen der verminkten ziet telkens nieuwe aantallen aan zijn sterkte toegevoegd. Uit een circulaire over de recente benoeming van zes hoogleeraren aan de theologische faculteit zien wij dat van de voorgedragen hoogleeraren er twee ‘buitengewoon hoogleraren’ zullen zijn. De armen!
Eén lichtpunt is er: deze twee ‘buitengewoon hoogleraren’ zijn beiden ‘kerkelijke hoogleraren’; zij zijn dus niet tot in den grond afgesleten. Ja, zelfs mag men de mogelijkheid van - zij het tijdelijk - herstel niet geheel buiten rekening laten; zij komen althans in ons stuk later nog eens niet-geatrofieerd voor: de beide ‘buitengewone hoogleraren’ zijn orthodox, lezen wij. Wat het is geweest dat deze regeneratie in de hand heeft gewerkt, weten wij niet, maar in elk geval, wij verheugen ons er over.