-Matig.
Men heeft ons gevraagd naar de juiste schrijfwijze van het woord fabriek(s)matig (in den naam ‘Bedrijfsunie voor... bedrijven’), mèt of zonder s. Alweer dus de kwestie: verbindingsklanken in samenstellingen, waarover wij reeds zoo dikwijls schreven. Zooals gezegd: een vaste, voor alle gevallen bindende regel is in dezen niet te geven; wij zullen ons menigmaal door ons taalgevoel moeten laten leiden. Of oordeelen naar analoge gevallen. Bezigen wij nu deze verbindings-s in de - overigens weinig talrijke - woorden op -matig die onze taal heeft? Laat ons zien. Doelmatig, kunstmatig, plichtmatig, rechtmatig, stelselmatig, wetmatig: geen van alle een s. Wij zouden er dus vóór zijn fabriekmatig te schrijven, zonder verbindings-s, ja, wij vragen ons af waardoor hier eigenlijk een dubium is ontstaan. Zou het kunnen zijn dat bij -matig onze gedachten onwillekeurig gaan in de richting van hd. -mässig, dat wèl een s neemt? Maar dat is immers geen grond voor Nederlandsch gebruik. Veeleer er tegen, zouden wij haast zeggen!
Dit wat betreft de ons gestelde vraag. Maar laat ons nu even verder zien. Ten eerste, welk een rare naam toch heeft die ‘Unie (van fabrieksarbeidersorganisaties)’ zich laten aanmeten. Rechtuit leelijk. Wat voor kracht ligt er in de tautologie ‘Bedrijfsunie voor.... bedrijven’? Waarom niet: Bedrijfsunie voor fabrieksarbeiders? Of, korter nog: voor fabrieken? Vreesde men soms met ‘fabrieken’ iets uit te sluiten, dat men toch wou insluiten? Maar wat dan? Heeft het begrip ‘fabriek’ bij ons al niet zooveel uitbreiding van beteekenis ondergaan dat zulke vrees ongegrond genoemd kan worden? Wat ‘als fabriek’, ‘in den trant van een fabriek’ werkt, kan men in zoo'n samenvattende benaming toch zeker wel stilzwijgend gelijkstellen met fabriek. Desnoods zet men in een artikel van het reglement uiteen, wat men er ook nog onder verstaan wil.
En dan dat ‘-matig’. Waarom vraagt men ons wèl om advies terzake van een verbindingsklank, maar niet ten aanzien van dit rare achtervoegsel? Of leest eens na wat - hoe lang nu reeds geleden! - een lid van onzen Raad in ons blad daarover schreef. ‘Het Duitsche achtervoegsel -matig moeten wij krachtig bestrijden; zet men de deur dáarvoor open, dan kan men rekenen op een onmatige aanwending van dit -matig passepartout. Taalverarming, taalverknoeiing.’
Het Duitsche achtervoegsel, niet het - zooals gezegd: beperkt voorkomende - Nederlandsche. Want daar is verschil tusschen, een verschil - en dat is weer het venijnige van het geval - dat wie ‘fabriekmatig’ zegt over het hoofd ziet. Ons ‘-matig’ drukt uit zooiets als: zich houdende aan, zich voegende naar, en niet bv.: overeenkomst vertoonende met. In het Duitsch is de beteekenis van -mässig veel ruimer en vager. Maar... wat gaat ons het Duitsch aan, als wij het over het Nederlandsch hebben?