Anglicismen.
Het is meegevallen - merkt een getrouw medelid op -, de schade die de taal in de afgeloopen jaren heeft geleden. ‘Opmerkelijk vind ik dat inplaats van het “Ersatz” uit den vorigen oorlog, in dezen trouw “surrogaat” werd gebruikt. Voor “Ausweis” had men m.i. beter vrijstelling of verlof kunnen zeggen; thans is het vervangen door “permit” en ik vrees dat dit blijft. Maar hoe ik den Brit ook waardeer, onze talen moeten gescheiden blijven. “Baby” en “pup” zitten er muurvast in. In beide gevallen is onze taal ook daarom beter, daar zij scherper aanduidt door grooteren rijkdom. Zuigeling immers duidt bepaaldelijk een zeer jong kind aan en baby omvat veel meer. Voor luiermand hoor ik tegenwoordig “baby-uitzet” gebruiken.
Bij honden net zoo. Een “nesthond” is hoogstens acht weken; daarna spreekt men van “jonge hond”. “Pup” gaat van de geboorte tot één jaar en nog wel ouder.’