Geslagen
- Bilderdijk was van meening dat een ‘volslagen gek’ eigenlijk een ‘geslagen’ gek behoorde te zijn, zooals Huygens het uitdrukt, in navolging van: een geslagen (= wettig erkende) ridder.
Het is waar dat ‘geslagen’, in den zin van ‘in het hoofd getroffen, verdwaasd’ bestaat, maar eenig verband met het ‘tot ridder slaan’ valt moeilijk te aanvaarden. Eerder zou men geneigd zijn te denken aan ‘de slaande hand Gods’. ‘Godt (heeftse)eyndelijck in hare eygene lichamen geslagen.’
Het slaan in ‘tot ridder slaan’ heeft een geheel andere gevoelswaarde; dit was een hooge ceremonie. De waardigheid van ridder werd zoo hoog geacht, dat alle edellieden haar als den hoogsten trap van eer beschouwden. Niemand werd ridder geboren; de plechtige ‘ridderslag’ moest zelfs den koning daartoe verheffen.
Weer een ander ‘slaan’ hebben wij in: een geslagen vijand, d.w.z. een onverzoenlijke, gezworen vijand. Hier heeft slaan de beteekenis van ons ‘verslaan’; omdat de vijand, die verslagen is, in het bijzonder is te duchten. Langzamerhand is de oorspronkelijke beteekenis verflauwd tot het algemeene begrip: heftig, verbitterd. ‘Dat katten, muizen en rotten, hoe geslaagen vyanden ook, zig aan elkanderen kunnen gewennen.’