‘... een kleine delling van een heerlijke groene koelte.’ Is ‘delling’ een algemeen gebruikelijk woord of is het dialect?’ Rei.
§§ - Een misschien niet algemeen gebruikelijk woord meer, maar stellig geen dialect. ‘Maar waar de bodem rijst, en langzaam uit de delling De groene glooiing welft’ (Hofdijk). ‘Duin en del’ (Van Lennep). ‘Dwars over del, en weide, en vliet’ (Hofdijk).
‘In bijna alle couranten worden de woorden majestueus en luxueus fout geschreven, met -ieus i.p.v. -ueus. v. D.
§§ - Wij hebben deze woorden uit het Fransch, in welke taal zij luiden: majestueux en luxueux. (Voor majestueus kunnen wij zeggen: majesteitelijk. En bij luxueus moeten wij oppassen dat wij niet luxurieus schrijven, want luxure is ontucht, wellust.)
‘Ik lees: de serie die met “tiendens” eindigde was een lot uit de loterij. - Volgens mij is het juister te zeggen “een prijs uit de loterij”. Loten zijn er bij duizenden soms, maar prijzen zijn er maar enkele.’ Sch.
§§ - Een ‘lot’ geeft aan wie al of niet een ‘prijs’ ontvangt, soms echter bepaaldelijk wie wèl. Een lot trekken, het hoogste lot.
‘In De Sage van den Vliegenden Hollander enz. lees ik: “In... maakt Hauff het nog barder”. Is “barder” goed Nederlandsch?’ Ho.
§§ - Ja, het Wb. d. Ndl. Taal vermeldt: bar, barrer (barder), barst. Of ‘erger’ hier niet beter ware? Misschien wel; uitdrukkingen als deze leenen zich moeilijk voor een vergrootenden of overtreffenden trap.
‘Het grondig nazien van werktuigen, vaartuigen, machines e.d. heet: reviseeren, gereviseerd, revisie. Door velen wordt dit niet juist geacht; men meent dat het moet zijn: revideeren, gerevideerd, revisie. M.i. zijn beide toepassingen juist.’ Bo.
§§ - Reviseeren hebben wij uit het Fransch: reviser; revideeren uit het Latijn: revidere.
‘Ik lees in O.T. blz. 69: beklemtoond, onbeklemtoond, beklemd. Zou het niet beter zijn ons te houden aan het Fransch en te zeggen: geaccentueerd, ongeaccentueerd?’
§§ - Liever niet; waarom op zijn Fransch, als het op zijn Nederlandsch kan? Bovendien, geaccentueerd wordt dikwijls gebezigd in den zin van: met bijzonderen nadruk spreken.
‘Ze was hondsmoe’. Hier zegt men wel: zoo moe als een hond. Wat is beter, wat ouder?’ Rei.
§§ - Hondsmoe kennen wij niet, wel hondsgierig (hongtsgierich bij Bredero), maar dat beteekent niet: zoo gierig als een hond; hier is honds- slechts ter versterking voorgevoegd. Laat ons maar gewoon zeggen: Zoo moe als een hond.
‘Is: met dat voorstel kan ik wel meegaan, wel goed Nederlandsch?’
§§ - Daar is niets tegen. Een figuurlijk gebruik van meegaan, ten opzichte van personen en denkbeelden waarmede men instemt. ‘Met zijn tijd meegaan.’ ‘Zij... kunnen niet meegaan met een liberaal kabinet dat stilstaat’ (Buys).
‘Wij geven U in overweging zich (of: U?) tot genoemde instantie te wenden’. Ne.
§§ - U en zich zijn beide goed. ‘Zich’ verdient de voorkeur in constructies als: ‘wij vertrouwen dat U zich enz.’, ter vermijding van U U.
Vraag: Wat doet dat vreemde ‘instantie’ hier?
‘Het bw. dusdoende komt in Koenen niet voor, noch in Van Dale; kunt U me zeggen waarom niet? Is het geen goed Nederlandsch?’ Rei.
§§ - Oud en goed Nederlandsch. Op die wijze, zoo voortgaande, zoodoende. Waarom bepaalde woordenboeken eenig woord niet opnemen valt moeilijk te beoordeelen.
‘Wat dunkt U van deze constructie: Zijn schip behoeft niet opgelegd. - De misdadiger dient opgespoord. - Is het niet correcter achter deze zinnen “te worden” te voegen?’ Sch.
§§ - Inderdaad; de gegeven zinnen klinken wat gekunsteld. Uitdrukkingen als: het dient gezegd, zooals gezegd, dienen aanvaard te worden, maar men ga maar niet veel verder.
‘Den duivel met Belzebub uitbannen’; is dat een bekend gezegde of iets van des schrijvers (Huizinga) eigen vinding?’
§§ - Bekend gezegde. Beëlzebub is de naam van een afgod, voorkomende in het Oude Testament, en in de Evangeliën geheeten ‘de opperste der duivelen’.
‘Ik kan mij echter geenszins vinden in Uw betoog’; is ‘zich vinden’ hier goed Nederlandsch?’ Rei.
§§ - Neen, het is goed Duitsch. Sich in etwas finden, sich schicken, sich fügen.
‘..., dat zijn wetensdrang hem het genot vergalde dat de omgang met mensen inheeft.’ Is dit een Germanisme?’ Rei.
§§ - Stellig; klakkeloos het Duitsche ‘innehaben’ nageschreven. Medebrengt?
‘Wat is goed: “het halen bij” of “halen bij”? b.v. in: “Hij kan (het) niet halen bij zijn broer”, i.d.b. van: Hij kan niet tegen zijn broer op, zijn broer is hem de baas.’ Rei.
§§ - Zonder ‘het’.
‘Hartje winter’ is het achter elkaar volgen van deze woorden wel geoorloofd? in ieder geval is het niet fraai.’ Rei.
§§ - Waarom niet fraai? Hartje winter, midden zomer, einde Januari, begin Juni; gangbare elliptische uitdrukkingen.
‘Wat verstaat men onder onweidelijk?’ Rei.
§§ - In strijd met de eischen van een goed weimanschap. Een oud woord; wij kennen het nog in weiman, jager; weispel, jachtspel; weimes, jachtmes, weitasch, jagerstasch en dgl.
‘Wat verstaat men onder den term: détournement de pouvoir?’ Rei.
§§ - Misbruik van macht; het aanwenden van machtsbevoegdheid, met een ander doel dan waarvoor zij verleend is.
‘Wat is eigenlijk de beteekenis van: ingebrekestelling?’
§§ - Op een door de wet voorgeschreven wijze vaststellen dat iemand ‘in gebreke is’ (iets heeft nagelaten, verzuimd, in overtreding is).
‘Wat is het verschil tusschen veroorloofd en geoorloofd?’
Ne.
§§ - Er is geen verschil. Vroeger zeiden wij oorloven, maar dat is verdrongen door veroorloven. Alleen het verl. deelw. heeft zich gehandhaafd.
‘Men leest op verschillende stations: ‘Op onderstaande uren vertrekken van dit station treinen in de richting naar....’ M.i. is dit fout en dient men te zeggen: ‘in de richting...’.
v. H.
§§ - Of: in de richting van.
‘Welk woord heeft de klemtoon in: “Ik heb je wat verwenst”, heb of wat? Welke functie heeft “wat” in deze zin?’
§§ - Hèb heeft den klemtoon. Wat is hier bepaling van graad.
‘Kan men iets: gaarne, t.z.t., alsnog, spoedig, met belangstelling tegemoetzien?’ Ne.
§§ - Gaarne, alsnog, met belangstelling, dat gaat dunkt ons; t.z.t. en spoedig gaat over de schreef.
‘Een van de periphere dorpen van de gemeente’; is er geen Nederlandsche uitdrukking voor dit vreemde woord?’ Rei.
§§ - Randdorpen misschien?
‘Wat zijn phobieën?’
§§ - Vreestoestanden. Fobos is het Grieksche woord voor vrees, schrik. Panikos fobos, panische schrik, paniek.