[Vragen]
‘Wat is de juiste spelling: zeggenschap of zeggingschap? Voor mijn gevoel is het laatste beter. Vooral ook in de samenstelling “medezeggingschap” zou ik het zeker zoo gebruiken. Het woordenboek geeft echter: medezeggenschap.’
§§ - Inderdaad; -schap komt achter het enkele werkwoord. Rekenschap, weddenschap, wetenschap, zeggenschap. Ten aanzien van ‘medezeggenschap’ vermeldt het Wb. d. Ndl. Taal: waarschijnlijk gevormd naar analogie b.v. van (mede)wetenschap, dat oogenschijnlijk van de onbepaalde wijs is afgeleid. ‘De vader (is)... als man van eer gehouden het medezeggenschap der Kerk ten deze te erkennen’ (Kuyper, Program 478).
‘Het identiteitsbewijs moet op verlangen worden vertoond.’ Moet dit niet zijn: getoond? Ik dacht, dat men sprak van b.v. kunsten vertoonen, een bewijs toonen.
§§ - ‘Toonen’ is het algemeene woord en kan hier stellig gebezigd worden; vertoonen is gebruikelijk wanneer het toonen geschiedt op vordering, dus: voor den dag brengen. ‘Toegang wordt verleend op vertoon van een geldig bewijs’. Een wissel wordt ‘vertoond’. Wij onderscheiden ‘vertoon’ en ‘vertooning’ (dit laatste van een tooneelvoorstelling b.v.). In het Duitsch hebben wij: vorzeigen; een toegangskaart, een pas, een plaatsbewijs worden ‘vorgezeigt’.
‘Bij het Staatsbedrijf der P.T.T. komen voor zg. “stations” d.w.z. bescheiden kantoortjes voor de P.T.T.-diensten. Is de houder daarvan nu een stationhouder of stationshouder?’
§§ - Och, dat kan men doen zooals men wil; met die verbindings- (of genitief-) s springen wij in het algemeen nogal vrijmoedig om. Stationhouder? Zeker, vgl.: boedelhouder, bankhouder, logementhouder, caféhouder (houder i.d.z. van: beheerder, bestuurder). Stationshouder? Zeker; wij hebben immers: stationsopzichter, stationschef.
‘De Italiaanschen hadden zoo leuk gegidst.’ - ‘Er wordt weer geschaatst.’ - Kan men dat wel zeggen?
§§ - Schaatsen, voor: met schaatsen rijden, is o.i. een normale vorming; even normaal als beitelen, hameren, boren, fakkelen enz. En: die hadden zoo leuk ‘gegidst’, voor: ons zoo aardig tot gids verstrekt - in een bepaalde stijlsoort best te aanvaarden, dunkt ons.
‘Bij de P.T.T. bestaat de titel: locale kracht. Sommigen willen hier voor de c een k schrijven, ten onrechte naar het mij toeschijnt. Ik schrijf “pakketpostlokaal”, maar “locale gesprekken”, dit laatste i.d.b. van: plaatselijk.’
§§ - Ook wij schrijven ‘lokaal’ voor: ruim vertrek, zaal, voor een bepaald doel gebezigd. In alle andere gevallen zouden wij het woord met een c schrijven.
‘De boonen, die worden ingemaakt, moet men eerst “draden”; anderen zeggen “rangen” of “rengen”. Kent U deze woorden?’
§§ - Neen, niet in deze beteekenis. Bij Oudemans vinden wij een citaat uit Coornhert met ‘rengen’; de beteekenis zou zijn: ‘ringen, scharen, rangschikken’.
‘Wat is de oorsprong van het woord bureel, voor bureau?’
§§ - ‘Bureel’ is ontleend aan een noordfranschen vorm van fr. ‘burel’, dat later verdrongen is door den vorm ‘bureau’, die oorspronkelijk tot andere naamvallen behoorde dan burel.
‘Wiljer an? kedaer, you dien ick’, zegt mooi Heintje. Wat beteekent dit ‘kedaar’?
§§ - Kedaar, verzwakte vorm van: kijk daar! Gelijkbet. met: ziedaar! Ke daer, ke dare. ‘Hy... sey so, wel kedaere, Moer Knelis, benje daer, en ben je 't in parsoon? Of spoocktet?’ (Huygens).
Amsterdamsch: kedaris = kijk daar eens.
En ‘weeran’? ‘Weeran’, riepen de matrozen, ‘'t Is een man of 't Mauring waer’; En de reeërs, die hem kozen, ‘Weeran, 't is de jonge vaer!’
§§ - Volgens Van Vloten-Heinsius: ‘goed zoo!’ Wij zouden ook denken aan: vooruit maar weer! (weer aan!).