Onze Taal. Jaargang 9
(1940)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd[Nummer 1]‘Terug’Een woord, dat wij dikwijls, onder invloed van hd. ‘zurück’ verkeerdelijk bezigen. Wij lezen in de krant: ‘Ook in Indië worden vele goederen teruggehouden’; naar ons gevoelen is ‘terug’ in dit verband niet op zijn plaats: wij beschouwen het hier als een germanisme. Wij zouden ‘terug’ alleen willen bezigen, als wij bepaaldelijk denken aan een beweging (of een als beweging gedachte werking) en dan bij voorkeur aan een beweging in de richting van een punt van uitgang. Niet bij rust; of het zou moeten zijn een rust nà beweging, in uitdrukkingen als: ‘ik ben blij dat ik terug ben’, hoewel wij hierbij even goed kunnen denken aan een ellips (..... dat ik teruggekeerd ben). In het Duitsch is dit anders; ‘zurück’ kan worden gebezigd ter aanduiding van een rust op een zeker punt, terwijl een andere persoon of zaak zich van dat punt af voortbeweegt, ja zelfs bij een voorwaartsche beweging, maar dan in langzamer tempo dan dat, waarin de andere persoon of zaak zich voortbeweegt (‘zurückbleiben’). In het Duitsch kan ‘zurück’ ook dienen om eenvoudig een achterwaartsche beweging uit te drukken, zonder eenige gedachte aan een richting naar een punt van uitgang (ons achteruit dus) en wanneer nu onze voorkeur om ‘terug’ te gebruiken alleen daar, waar wij mogen denken aan een beweging ‘in de richting van een punt van uitgang’ vollen steun vond in historie of gevestigde taalpraktijk, zouden wij het Duitsche gebruik voor onze taal volstrekt willen afkeuren. Maar zulk een steun vindt zij niet. Laat ons alleen maar noemen het voortreffelijke 18de eeuwsche Nederduitsch-Fransche Woordenboek van Halma, waar wij lezen: ‘terug, bijw. Agterwaard. En arrière’. En deze schrijver geeft, bij een aantal ww. van beweging, ook het voorbeeld: ‘Haal die tafel terug, Retirez cette table’. En als wij zeggen: Haal (of trek) die tafel een beetje terug - dan kan het zijn, dat ze eerst is vooruitbewogen of van haar rechte plaats verschoven, maar noodig is het niet. Wanneer dus terug = achteruit (zonder het begrip: wederkeer) in dialect of ambachtstaal voorkomt, mogen wij het niet steeds houden voor een germanisme, maar moeten wij het in verschillende gevallen zien als voortbestaan van een oudere, minder verengde beteekenis. Zoo ook bij uitdrukkingen als: van iets terugdeinzen, terugschrikken (schrikken = springen). Wanneer de metselaar spreekt van het ‘terug’-metselen van een steen, of een laag, dan dienen wij dat te eerbiedigen. (Maar als hij zoo ver zou gaan om te spreken van een terugliggenden steen, dan zouden wij er gegronde aanmerking op kunnen maken!) Wij behoeven er evenwel geen vrede mee te hebben, als de beursman spreekt van ‘koersen, die terugloopen’, althans wanneer hij niet uitdrukkelijk wil te kennen geven, dat de koersbeweging is gericht naar een vroeger koerspeil; hier kijkt het Duitsche ‘zurück’ wat al te waarneembaar om den hoek. ‘Dalen’, of ‘zakken’, drukt het begrip beter uit. Als Schiphol nooit een tweederangs luchthaven is geweest, dan moeten wij niet zeggen dat de Regeering de Amsterdamsche luchthaven tot dien rang wil ‘terugbrengen’, maar ‘verlagen’. ‘Terug’ heeft in heel ouden tijd ook bij ons de beteekenis gehad van ‘achterover’, maar nu kunnen wij ‘zurückstürzen’ alleen vertalen met ‘achterover storten’. | |
[pagina 2]
| |
‘Die Wunde liess keine Narbe zurück’: ‘de wond liet geen lidteeken na’. In ons voorbeeld zouden wij dus willen spreken van goederen die worden vastgehouden.
Wij spraken van een beweging ‘of een als beweging gedachte werking’. In vele gevallen is n.l. slechts de gedachte aan, de voorstelling van een beweging-vooruit, als tegenstelling van het ‘weer achteruit’, min of meer in den geest, hetzij begrip, besef of gevoel, aanwezig. ‘Ik zie terug op het voorbij gegane jaar, op mijn leven’; ik gevoel mij in dezen tijd rusteloos vooruitgegaan en richt nu mijn blik terug. Zoo spreken wij ook van: een paar dagen terug. (Haje veroordeelt ook dit gebruik!) Wij kunnen een woord, een verwijt ‘terugnemen’; men voelt het als voor zich uit (iemand naar het hoofd) geworpen en wij trekken het in. Daarnaast staat: een aanklacht indienen, een beschuldiging uitbrengen en die terugnemen. Het reeds genoemde geval: terughouden. ‘Ik heb mijn besluit genomen, mijn doel gekozen, mijn gedragslijn vastgesteld, en ik laat mij door niemand of niets daarvan terughouden’. Hier is de beweging naar het doel nog niet begonnen, maar in den geest is deze toch aanwezig en dus zou men een ‘terug’ hier geen verkeerd taalgebruik mogen noemen.Ga naar voetnoot*) Bij ‘terughouden’ (Een persoon of zaak beletten voorwaarts te gaan; weerhouden, tegenhouden) merkt het groote Woordenboek der Nederl. taal op: Althans in lateren tijd is dit gebruik waarschijnlijk niet vrij van hd. invloed. Bij ‘terughoudend(heid)’ kunnen wij ‘terug’ niet vervangen door ‘weer-’; hier kunnen wij het zoo beschouwen, dat het algemeene volksgevoel het frank en vrij uitspreken van al wat men denkt de normale manier van doen acht - en in den gezelligen familiairen omgang van de beschaafde kringen heerscht de gulle openheid ook nog boven berekenende zwijgzaamheid -, en den man, die zich nooit durft laten gaan, zich voorstelt als iemand, die de gedachten, die natuurlijker wijze naar buiten willen, aldoor met geweld terugdringt. Dat het Duitsche ‘zurück’ echter ook hier invloed kàn hebben uitgeoefend, spreekt van zelf. Hoe dit zij, in onze taal is aan ‘terug’ verbonden het begrip beweging. Of dit steeds zoo zal blijven? Wie zal het zeggen; de taal verandert en wij hebben dit te aanvaarden. Wanneer door elliptische vormen als: ‘ik ben terug(gekeerd)’, ‘U vindt dit drie regels terug(gaande)’, het begrip beweging, thans inhaerent aan ons ‘terug’, neiging zal krijgen om over te gaan in rust (de nieuwere semantiek ziet in de ellips een der voornaamste oorzaken van beteekenisverandering!), dan moge het zoo zijn. Dan ìs het Nederlandsch, en blijft het Nederlandsch. Maar de gedachtelooze overnemers van vreemde vormen en vreemde woordbeteekenis weren wij bij dit proces! |
|