Ledenvergadering op zaterdag 4 nov. 1939, des middags te 3.30 uur, in het Polmanshuis te Amsterdam.
De voorzitter opent de vergadering. Hij laat de notulen voorlezen; deze worden zonder discussie goedgekeurd.
Ingekomen stukken: bericht van verhindering van het lid van het bestuur H.H.J. van de Pol; van het eerelid, C.K. Elout, van het lid van de commissie tot het nazien van de rekening over het afgeloopen vereenigingsjaar Mej. Mr. H.J.D. Revers; van de secretaresse Mej. G. ter Huppen.
De voorlezing van het verslag van de secretaresse geeft geen aanleiding tot opmerkingen. De voorzitter uit een woord van erkentelijkheid jegens de leden van den Raad van Deskundigen, voor den bijstand, welken zij het genootschap ook in het afgeloopen vereenigingsjaar weder hebben verleend; hij vermeldt den naam van het lid, wiens belangstelling zulke gelukkige gevolgen voor het genootschap heeft gehad; dit blijkt te zijn de heer Dr. G.J. van Meurs te Dordrecht.
Ook het jaarverslag van den penningmeester geeft geen aanleiding tot eenige opmerkingen. De voorzitter brengt dank aan de commissie, welke de stukken, betrekking hebbende op de administratie, hebben onderzocht en hij stelt voor, den penningmeester décharge te verleenen voor het door hem gevoerde beheer, met dank voor hetgeen hij ten bate van het genootschap heeft verricht. De penningmeester brengt een groot deel van dezen dank over aan den vorigen functionnaris, wiens aandeel in het gevoerde beheer hem hierop recht geeft.
Tot leden van de commissie tot het nazien der rekening over het vereenigingsjaar 1939/'40 worden benoemd: mejuffrouw Mr. H.J.D. Revers en de heer P.J. d'Artillac Brill; aan beiden zal worden gevraagd, of zij de benoeming willen aanvaarden.
De aan de beurt van aftreding zijnde bestuursleden, de heeren F.J.W. Drion en J.T. Duyvis, worden met de grootst mogelijke meerderheid van stemmen herbenoemd; beiden verklaren de herbenoeming te aanvaarden.
De Voorzitter vermeldt met voldoening de toetreding als lid tot het genootschap van den Bond van Scholen voor Neutraal Bijzonder Onderwijs in Nederland; bij dezen bond zijn circa 80 schoolvereenigingen aangesloten, met ongeveer 115 scholen. De Voorzitter acht de toetreding van dit lichaam van groot belang voor het werk van het genootschap.
De Vereeniging voor Beschaafde Omgangstaal, welke gevestigd is te Antwerpen, geeft in haar orgaan Stijl en Volk blijk van veel belangstelling voor ons orgaan, in het bijzonder uiteraard voor de bijdragen van de leden van den Raad van Deskundigen; de Voorzitter verheugt zich over deze belangstelling.
Bij de rondvraag merkt de heer Menkman op, dat het z.i. aanbeveling zou verdienen, het orgaan niet alleen toe te zenden aan de bladen in Ned. Oost-Indië, maar ook aan die in West-Indië; en niet alleen aan de societeiten in Nederland, maar ook aan die in de beide Indiën. Het Bestuur neemt dit denkbeeld gaarne over.
De heer M. Goldenberg vraagt of het orgaan geregeld wordt toegezonden aan de afdeeling Boekverspreiding van het Algemeen Nederlandsch Verbond. Van de bestuurstafel wordt dezen spreker geantwoord, dat Onze Taal geregeld wordt toegezonden aan het A.N.V. in Den Haag; wanneer het Verbond den wensch zou te kennen geven om ten behoeve zijner afdeeling Boekverspreiding de beschikking te verkrijgen over een aantal exemplaren van Onze Taal, zou het Bestuur zulk een verzoek gaarne in overweging nemen.
De heer Hendrik Muller zou willen breken met de gewoonte, het vereenigingsjaar te laten beginnen op 1 Juni; het is spreker gebleken dat vele leden, die gewoon zijn al hunne contributies in Januari te voldoen, van meening zijn dat hun betaling aan Onze Taal de contributie dekt over het geheele kalenderjaar, terwijl in werkelijkheid deze betaling slechts strekt tot 31 Mei.
Het blijkt, dat het denkbeeld van den heer Muller weerklank vindt en het Bestuur zal nu trachten dit te verwezenlijken. Daar niemand verder iets ter tafel wenscht te brengen, sluit de Voorzitter de vergadering.