[Nummer 5]
Van de leden van onzen raad van deskundigen.
In ons vorige nummer hebben wij eenige vragen opgenomen, met betrekking tot de uitdrukkingen: de essentialia, essentieel economisch belang, arbeidsintensieve industrie, en wij mochten daarbij reeds het advies van één lid van onzen Raad vermelden. Twee sedert dien ontvangen adviezen mogen thans volgen.
Het woord essentie (en essentialia) behoort tot den woordenschat der Laat-Latijnsche (Seneca) en Middeleeuwsch-scholastieke philosophie, en is een vertaling van het Grieksche οὐσία. Over zulke internationale cultuurwoorden hebben wij Nederlanders natuurlijk geen stemrecht. Ze behooren tot de algemeen-Europeesche cultuurtaal en zijn in de bovenstaande zinnen volkomen correct, en in hun typische beteekenis door niets anders te vervangen.
Over de mérites van ‘arbeidsintensieve industrie, loonintensief en kapitaalintensief’ in de economische vaktaal acht ik mij niet bevoegd, een meening uit te spreken; maar van taalkundig standpunt bekeken, zijn het taalbedervende nieuwigheden, waarvoor ik ‘arbeidsrijke nijverheid’, ‘loonrijk’ en ‘kapitaalkrachtig’ of ‘kapitalistisch’ zou gebruiken.
Een ander lid van onzen Raad acht eveneens het woord ‘essentialia’ in zin 1 ter plaatse, omdat het hier in zijn eigenlijke beteekenis is gebruikt, zij het ook, dat deze schrijver in plaats van den uitheemschen vorm zou bezigen ‘het essentieele’. Maar, zegt dit lid van ons college van deskundigen, indien met ‘een essentieel economisch belang’ inderdaad bedoeld is wat het lid van den Raad, wiens oordeel U reeds hebt weergegeven, meent: een gewichtig economisch belang, dan kan ik dat gebruik evenmin goedkeuren als hij; in die verzwakte beteekenis treft men het woord tegenwoordig ontelbare malen aan, vooral de verbinding ‘van essentieel belang’ is zeer algemeen geworden, ook als het volstrekt niet zoo ernstig bedoeld is. Mogelijk zou het nog wezen dat met de hier gebruikte verbinding bedoeld was: een naar zijn wezen economisch belang (dat essentieel dus adverbiaal was gebezigd), maar waarschijnlijk lijkt mij dat niet.
De samenstellingen sub 3. (‘arbeidsintensief’, ‘loonintensief’, ‘kapitaalintensief’) vind ik ook héél leelijk, maar zie, evenmin als het geachte lid, kans ze opeens door betere te vervangen. De moeilijkheid is dat men gewoonlijk de keuze heeft tusschen zulke korte, maar zware, formule-achtige composita aan den eenen, en elegantere omschrijvingen aan den anderen kant, die dan echter, omdat ze omslachtiger zijn, in de praktijk minder goed zijn te gebruiken. Men zou, bij afspraak, aan een niet-samengesteld woord of aan minder gewrongen composita de hier bedoelde beteekenissen kunnen geven, d.w.z. hun algemeene beteekenis kunnen specialiseeren voor het vereischte doel, maar dan nog zal er veel takt noodig zijn om geschikte woorden te vinden.
* * *
Uit deze beoordeelingen en die in ons vorige nummer zien wij, dat ‘essentialia’ (of: het essentieele, de essentieele dingen), naar den aard gebruikt, aanvaard wordt, maar dat het ge-, dat is mis-bruik er van in een verslapte, verwaterde beteekenis, wordt gegispt.
En dat ‘arbeids-, loon- en kapitaalintensief’, van taalkundig standpunt bekeken, bij geen van de drie beoordeelaars bescherming geniet. ‘Héél leelijk, taalbedervende nieuwigheden, monsters, misbaksels en gedrochten’!