De overladen zin.
Nu de Raad van Deskundigen - zegt het lid van ons Genootschap, wien dit onderwerp zoozeer ter harte gaat - heeft beslist dat de frommelstijl Nederlands is, zal bij verschillende leden de vraag rijzen: waar komt hij vandaan? Wie heeft hem het eerst gebezigd en in welke vorm?
Wij vinden hem niet in de Staten-vertaling, ofschoon deze veel houdt van Duitse termen (‘overgezet’ voor vertaald, ‘de liefde van velen zal verkouden’ voor verkoelen, ‘uitgenomen deze banden’ voor uitgezonderd deze boeien).
Wij vinden in het Engels: ‘these never to be forgotten events’. Maar het Engels verbuigt zijn bijvoegelijke naamwoorden niet. Het zet dikwijls een groep woorden vóór een zelfstandig naamwoord en maakt dan de gehele groep tot één bijvoegelijk naamwoord, zoals in: ‘such out of the way places’, ‘this is a sort of whitish stuff’.
Wij vinden in het Duits: ‘die abzuraufe n den Äste’, blijkbaar een overoude vorm, nagenoeg gelijk aan het Latijnse gerundivum (‘rami abrumpendi’).
Wij vinden in het Frans in deze betekenis, evenals in het Nederlands, een onbepaalde wijs in de bedrijvende vorm: ‘le parlement à élire par la masse’, maar nooit de rangschikking van de frommelstijl.
Zou het Nederlands misschien dit gebruik van de onbepaalde wijs hebben ontleend aan het Frans (het parlement, door de menigte te verkiezen) en de frommelstijl aan het Duits (het door de menigte te verkiezen parlement)?