[Nummer 1]
Uitwisseling.
Wij zijn er aan gewoon geraakt te vernemen, dat wij Nederlanders veel en gaarne barbarismen bezigen, vooral afkomstig uit de Hoogduitsche taal. Bij het drukke handelsverkeer tusschen Nederland en Duitschland, dat gepaard gaat met een innig schriftelijk en persoonlijk contact, is het begrijpelijk, dat men er gemakkelijk toe komt vreemde idiomen te bezigen, vooral wanneer men door gemakzucht gedreven, den weg van den geringsten taalkundigen weerstand volgt. De onderlinge internationale briefwisseling, die voor ons Nederlanders bijna steeds in de vreemde taal moet geschieden, geeft er aanleiding toe, dat de gelezen uitdrukkingen vaak klakkeloos worden vertaald, zonder dat het Nederlandsche idioom wordt gerespecteerd. Omgekeerd wordt in de vreemde (Duitsche) taal even klakkeloos het Nederlandsche woord, of de Nederlandsche uitdrukking, letterlijk vertaald en deze vertalingen worden b.v. door de Duitschers wel eens gaarne overgenomen, omdat zij ten overvloede een verrijking der Duitsche taal wenschen te bevorderen. Er komt nog bij, dat de Duitschers voor vreemde woorden, waarvoor geen Duitsch woord bestaat, gaarne een nieuw Duitsch woord maken en daarvoor in de leer gaan bij hun Germaansche buren. Onze taalheeft reeds een groot contingent nieuwe Duitsche woorden geleverd. Dertig jaren geleden, toen wij reeds een uitgebreide vocabulaire aan woorden voor de meetkunde bezaten, terwijl in het Duitsch daarvoor de Latijnsche of Grieksche woorden werden gebezigd, begon Duitschland zijn taalreiniging met behulp van het Hollandsch. Ik geef hier eenige voorbeelden:
De ‘straal’ van een cirkel heette ‘Radius’, nu ‘Strahl’, ‘afmeting’ was ‘Dimension’, en is nu geworden ‘Abmessung’, ‘omtrek’ was ‘Peripherie’, nu ‘Umfang’. Het vroeger ongebruikelijke woord ‘Abstand’ voor ‘Entfernung’ is nu standaardwoord geworden. Op ander gebied zijn intusschen ‘Duitsch’ geworden: Schauburg, Standbild (inplaats van Denkmal). Belang, belangreich zijn ‘Interesse’ en ‘interessant’ opgevolgd. De oorlogstijd deed ‘Laufgraben’ inplaats en naast ‘Schützengraben’ het levenslicht zien. Zelfs het woord ‘kören’ voor ons ‘keuren’ zag ik verschijnen, doch dit gelukkig weer verdwijnen. ‘Auf der Höhe’ kan tegenwoordig een Duitscher ook zijn, alsook ‘auf dem Laufenden’ = au courant.
Verder maakt hij tegenwoordig een ‘Absprache’, waar hij vroeger een ‘Verabredung’ maakte. Hij sprak vroeger van een ‘Anhängewagen’ wanneer hij in den tweeden wagen van een tram ging zitten: nu spreekt hij van ‘Beiwagen’, terwijl wij hier niet meer in den ‘bijwagen’ gaan zitten, maar in den ‘Aanhangwagen’. Bij de electrificatie van de Spoorwegen wordt ook een ‘Bovenleiding’ (voor den stroomtoevoer) gemaakt; deze heette vroeger ‘Fahrleitung’, nu echter ‘Oberleitung’. ‘Unterstellen’ heeft de plaats van ‘Voraussetzen’ ingenomen, ‘Einzelteile’ het officiëele woord voor ‘onderdeelen’ heeft ten deele plaats gemaakt voor ‘Unterteile’. Een ‘tractor’ heeft den Nederlandsch klinkenden naam gekregen ‘Trecker’.
V.
Wanneer de Duitschers, zooals nu blijkt, voor begrippen, voor welke zij geen woorden bezitten, Duitsche woorden maken en daarbij worden geleid door een streven naar ‘verrijking van de taal’, doen zij een goed en nuttig werk en mag er stellig niet van hen gezegd worden dat zij ‘barbarismen’ (‘hollandismen’) bezigen. Eerst als de Duitschers zouden doen wat wij helaas naar het schijnt niet kunnen laten en woorden zouden vormen, aan een vreemde taal ontleend, maar strijdig met de wetten van de eigen taal, dan zouden zij de blaam verdienen van welke wij ons moeilijk kunnen zuiveren.
Maar dáárvoor zijn zij blijkbaar te verstandig... En te zelfbewust!