| |
Van onze leden.
Gedood
- Wij hebben reeds vroeger (O.T., 1935, 27, 47) doen zien dat het in het Nederlandsch (in tegenstelling met het Hd.) niet geoorloofd is te spreken van ‘dooden’ wanneer de dood niet het gevolg is geweest van opzet. ‘Tengevolge van het ongeluk werden twee personen gedood’ is af te keuren.
Bepaald hinderlijk wordt in zulke gevallen het gebruik van ‘gedood’ in korte opschriften. ‘Politie-agent gedood’ als hoofd boven een berichtje in de krant doet denken aan oproer, waarbij de politie-agent als offer van zijn plicht is gevallen.
In het onderhavige geval, waarbij de agent is omgekomen ten gevolge van een verkeersongeluk, is zulk een opschrift misleidend.
| |
Roestvrij
- Een woord, dat gebezigd wordt in den zin van ‘niet onderhevig aan roesten’ (‘Rustproof’). Een van onze leden is van oordeel dat deze uitdrukking niet geheel juist is; elk metaal dat ontdaan is van roest, is ‘roestvrij’. Ons lid zou willen spreken van ‘niet roestend’ of ‘on(ver)roestbaar’.
(Wij zouden in dit verband willen wijzen op de gebruikelijke uitdrukking ‘krimpvrij’, die gebezigd wordt ten aanzien van stoffen, die onvatbaar (gemaakt) zijn voor krimping, dus ‘vrij van krimp zijn.)
| |
| |
| |
Politioneel
- Wij weten uit wat onze Raad te dezen heeft opgemerkt (O.T., 1936, 3) dat de vorm ‘politioneel’ afkeuring verdient; men moet zeggen politiëel.
Toch komt men den verkeerden vorm nog herhaaldelijk tegen. ‘De ingewikkelde materie der verschillende politioneele bevoegdheden.’ ‘Methodische opbouw der Rijkseenheid. Thans op politioneel gebied.’
‘Hoe komen wij er aan’ luidde het opschrift in ons blad boven een artikel dat eenige weinig bekende woorden behandelde. ‘Hoe komen wij er àf’ zou men hier willen vragen.
| |
Nog steeds: dankbaar!
- Het is waarlijk geen veine wanneer geen van de drie kansen een punt oplevert, nadat men er zoovele heeft gemaakt.
Toch, nà die matchpoints is de nederlaag aan andere omstandigheden te danken geweest. Te danken aan de al te groote voorzichtigheid, waarmede mej. Couquerque verdedigde, aan haar vrees om een aanval te riskeeren. Wellicht was dit voor een deel te danken aan den val die zij gedaan had...’
| |
Om
- De Londensche berichtgever van een van onze dagbladen zegt van het Neurenberger programma (lees: programma van Neurenberg) dat dit ‘door de verlenging van den dienstplicht al om een punt bekort is.’
De vordering werd om honderd gulden verminderd? Zijn kapitaal is om een groot bedrag vermeerderd? Of zullen wij maar blijven zeggen: bekort, verminderd, vermeerderd met?
| |
Overreiken
- ‘De Eastern Air Lines, die tot Miami vliegen en daar de post aan de Pan American Airways overreiken....’
Het klinkt Duitsch, dit overreiken; beter zou het zijn te zeggen overgeven.
| |
Davering
- ‘Toen de jubilaris het podium betrad ging er een davering door de zaal, die haast niet wilde ophouden’. Het zal een jubileerende mastodon geweest zijn die dit verontrustende verschijnsel teweegbracht.
| |
Frisch
- ‘H.M. de Koningin schonk den patiënten frissche bloemen’. Frissche bloemen, zegt Van Dale, zijn onverwelkte bloemen. Had de verslaggever, aan wien wij dit bericht danken, het soms anders verwacht?
- Een commissie die de studie van een wereldtaal propageert, schrijft een lid, stelt ons in haar circulaire meerdere gegevens in het vooruitzicht. Zij beschikt over een organisatie die voor de beoefenaars ten dienste staat en zij vraagt om onze hulp, die wij haar - zegt zij - hopenlijk niet zullen weigeren. Zij wil ons die wereldtaal leeren; maar óók Nederlandsch. Immers, voor de massa schuilt de moeilijkheid ‘in gebrekkige kennis der eigen taal’, zegt zij.
Blijkbaar acht de commissie zich bevoegd in dit gebrek te voorzien!
| |
Uitwatering
- In Staatsblad 1932 No. 516 komt voor de tekst van een Internationaal verdrag met betrekking tot de ‘uitwatering’ van schepen. Met dezen term (hd. Auswässerung) wordt aangeduid de afstand van het opperdek van een schip tot aan de waterlijn, het deel dus van het schip dat boven water is. (fr. franc bord, eng. free board, hd. Freibort).
‘Uitwatering’, hier gebezigd, brengt een mensch in de war; men denkt onwillekeurig aan ‘uitwaterende sluizen’, sluizen die water loozen, een functie die men moeielijk vereenigen kan met schepen.
Het zou beter geweest zijn hier te spreken van ‘vrijboord’, een woord dat trouwens in den tekst van het verdrag herhaaldelijk voorkomt.
| |
‘Klap’ en ‘slag’
- ‘Een jongeman gaf een juffrouw met een steen een klap op het hoofd. Zij riep om hulp en de aanrander vluchtte zonder zijn slag te hebben kunnen slaan’.
Dat was gelukkig voor die juffrouw; zij had haar ‘klap’, met dien steen beet, nu ja, - maar van dien ‘slag’ is zij toch maar vrij geloopen!
| |
Schijnbaar
- ‘Waarom wonen die schijnbaar rijke boeren meestal in zulke ellendige behuizingen. Waarom?’
Omdat wie slechts ‘schijnbaar’ rijk is (en dus in werkelijkheid niet rijk) zich de luxe van een groote woning niet kan veroorloven!
| |
Parijsche Germanismen.
Een van onze leden te Parijs zendt ons een exemplaar van een Nederlandsch blad en wijst ons op een artikel van den ‘Parijschen medewerker’, dat wemelt van heele en halve germanismen. Busken Huet was volgens dezen schrijver een man van ‘wijd omvattingsvermogen’, een man van velerlei ‘bemoeienis’. De vader ‘verkeerde’ met Renan...., zij het niet ‘in nauwer geestelijken omvang’.
Het is niet voor het eerst dat in deze kolommen de aandacht gevestigd wordt op de germanistische taal van sommige Parijsche correspondenten van onze bladen. Het is een verschijnsel dat wij moeielijk kunnen verklaren.
|
|