De plaats in den ‘Bijencorf’.
Het lid van onzen Raad, Prof. J. Wille, schrijft ons:
‘In Uw Maartnummer zie ik een noot over een plaats in den ‘Bijencorf’, door U in Uw exemplaar tevergeefs gezocht. U vindt ze echter op de plaats bij Stoett vermeld in de uitgaven van 1645, 1648, 1657, en vermoedelijk 1671. In de uitgave 1659 (die niet bij folio's maar bij bladzij den telt) pag. 188; 1664 evenzoo. In de uitgave 1611 is het folio 113 recto (d.i. éérste zijde van het blad).
Van de meest gebruikte (zeer slecht herdrukte) uitgave van omstreeks 1858 kan ik de plaats niet opgeven, omdat mijn ex. daarvan is uitgeleend. Maar het staat enkele bladzijden vóór het einde van het 7e Capittel van het Tweede Stuck. Een oudere uitgave dan 1611 zult U wel niet hebben, denk ik.
Wij zijn Prof. Wille zeer erkentelijk voor zijn toelichting; wij hebben aan de hand daarvan de plaats in de uitgave van 1858 zonder moeite kunnen vinden en wel in het Eerste Boekdeel, op pag. 214 bovenaan.