| |
Van onze leden
Gedood
- Ons lid, de heer Van Raalte, juicht het toe dat wij de aandacht hebben gevestigd op het dikwijls onjuiste gebruik van dooden, n.l. in die gevallen, waarin niet gedacht kan worden aan een opzettelijke handeling. Ons lid zendt ons het nummer van November 1930 van ‘Voeding en Hygiëne’, waarin dit misbruik reeds aan de kaak werd gesteld. ‘“In het Duitsch”, zegt dit artikel, “kan men bij een ongeluk “getötet werden”, in het Nederlandsch kan men niet bij een ongeluk worden “gedood”’.
Uit de omstandigheid dat onze Raad wèl het woord (in de gegeven voorbeelden) verwerpt, maar niet met stelligheid durft te zeggen dat het misbruik over onze oostelijke grenzen is gekomen, hebben eenige leden meenen op te maken dat de uitdrukking in Duitschland niet zou voorkomen. Dit laatste is echter stellig wèl het geval. Van gezaghebbende zijde wordt ons medegedeeld dat uitdrukkingen als ‘bei diesem Unfall wurden drei Reisende getötet’ in Duitschland niet alleen in geregeld gebruik, maar ook ‘sprachrichtig’ zijn; aan ‘töten’ (= tot machen, sterben machen) verbindt het Duitsch niet noodzakelijkerwijs het begrip ‘opzet’. Vandaar dat de Duitscher kan zeggen: ‘im Gedränge sind selbst Menschen getötet worden’. Wij kunnen dat niet.
| |
Loonsverlaging
- Nu men thans zoo vaak hoort over loonsverlaging, vraagt men zich onwillekeurig af: ‘Vanwaar die verbindings-s?’ In den regel ziet men toch dergelijke samenstellingen - waar het eerste lid de werking ondergaat die in het laatste wordt aangegeven - zonder verbindings-s, ook dan wanneer hetzelfde eerste lid in andere samenstellingen de s wel heeft. Zoo b.v. tijd-verdrijf -verspilling, maar: tijdsverloop, bloed-vermenging -verlies -zuiger: bloedsomloop, brood-fabriek -bakker -rooster: broodsgebrek, geest-verheffend -doodend: geestes-arbeid, pensioen-berekening -verzekering -trekker: pensioens-bijdrage, weer-voorspelling: weers-verandering.
Dus zou men ook verwachten:
loon-verhooging -verlaging: loons-overeenkomst. Kan misschien bij loons-verhooging en -verlaging oorspronkelijk meer gedacht zijn aan rijzen en dalen uit zichzelf onder invloed van vraag en aanbod, dan aan verhoogd of verlaagd worden door den werkgever?
En is het dan - als men bepaald ‘lager gemaakt worden’ van het loon bedoelt - misschien ook beter om de s weg te laten? (Dr. H.B., d. S.)
| |
Waardepapieren
- In de lijst van germanismen, in het Juni-nummer, hebben wij als aequivalent aangegeven: geldswaardig(e) papier(en). Eenige leden wijzen er op dat de uitdrukking ‘waardepapieren’ dikwijls ook gebezigd wordt voor ‘effecten’, ‘fondsen’, in navolging van het Duitsch, waar ‘Wertpapiere’ geregeld in die beteekenis voorkomt. ‘De noteering der waardepapieren....’
Zou - vraagt één inzender - ‘waardepapieren’ in de ruime beteekenis - dus niet als ‘geldswaardig papier’ of ‘effecten’ maar als ‘papieren van waarde’ (dus met inbegrip van eigendomsbewijzen en derg.; of zelfs van slechts persoonlijke waarde, als familiepapieren en derg.) - niet goed Nederlandsch zijn? Inz. denkt daarbij aan vormingen als: weeldeartikelen, rouwkleeren, negervolk; en: veeboer; en zelfs: hoornvee, kuifleeuwerik, staartmees.
| |
Weder
- ‘“Ik zou”, schrijft een van onze leden, “in Onze Taal eens willen wijzen op het dikwijls verkeerde gebruik van “weder”, in zinnen als: “Ik ga even uit, maar ik kom zoo weer terug”. “Hier hebt gij het gevraagde boek; ik zal het gaarne na gebruik weer terugontvangen”. “Hetgeen U ons van de levering zult terug zenden, zullen wij weer van de rekening afschrijven”. Een contract, gesloten “tot wederopzegging”.
“In elk van deze gevallen is het niet de bedoeling het begrip der herhaling uit te drukken en dient m.i. het gebruik van “weder”, als overtollig, vermeden te worden”’.
Wij maken gaarne melding van de opmerking van ons lid en zullen niet verzuimen die onder de aandacht van onzen Raad te brengen. In het algemeen dient men met het uitbannen van al wat in de taal ‘overtollig’ is, eenige voorzichtigheid in
| |
| |
acht te nemen. Wij herinneren in deze aan het woord van een van de leden van onzen Raad met betrekking tot een soortgelijke opmerking in O.T. (1933, blz. 11).
| |
Franc
- Ons lid, de Heer W.E. Voûte, vestigt er de aandacht op dat men in ons land slechts bij uitzondering spreekt van ‘frank(en)’ en dat men zich in de meeste gevallen bedient van het Fransche woord franc(s). - Ons lid is van oordeel dat wij goed zouden doen door het voorbeeld te volgen van de Belgen die, wanneer zij zich van de Nederlandsche taal bedienen, uitsluitend spreken van ‘frank’ en ‘franken’.
| |
Mild
- ‘De verhouding met Londen is zooveel milder geworden’. ‘De milde en wijze moeder, die weet te zwijgen al naar het nood doet’. ‘Het meisje ging, mild leunend op den arm van haar verloofde, uit de rechtszaal’. ‘Een goede shampoo-olie, waarvoor men het best een mild, neutraal praeparaat kan nemen,...’.
| |
Ordening
- Het mooiste van de ordening, oordeelt Mej. Mr. E.C. van Dorp, is ongetwijfeld de naam. Desondanks zou ons lid, de Heer Mr. F.E.H. Groenman willen komen tot vervanging van dit woord door goed-Nederlandsche aequivalenten. Voor: ‘ordening’ van documenten zou ons lid willen zeggen: rangschikking; voor ‘ordening’ van het ‘bedrijfsleven’: reglementeering van het zakenleven. Soms zal: coördinatie of regeling de bedoeling kunnen uitdrukken.
| |
Steekproef
- Een onzer leden opponeert tegen het overmatig gebruik van dit woord, in de beteekenis van het hd. ‘Stichprobe’.
In de letterlijke beteekenis, het nemen van een monster uit een baal suiker b.v., door het insteken van een daartoe bestemd hol instrument, of, uit een vat met vloeistof, door middel van een steekhevel, is - zegt ons lid - het woord ‘proef’ niet juist; dat moet dan zijn ‘monster’. En in de beteekenis van: de proef op de som nemen, door hier en daar eens een greep te doen, behoeft men het begrip ‘steken’ niet.
(Wij vonden dezer dagen in een van onze groote couranten in deze beteekenis het woord ‘boorproeven’. ‘Men kan alle lijsten niet controleeren; men kon echter boorproeven nemen’. In den regel zal men, in plaats van ‘steekproef’, hetzij ‘monster’, hetzij eenvoudig ‘proef’ kunnen bezigen.)
‘“Een “germanisme” is “steekproef” niet. We denken hierbij aan een “proef” met de kaasboor, of met de (steek)spade”’ zegt Prof. Overdiep (in ‘Onze Taaltuin’, 4e jaarg., No. 8).
| |
Steennoot
- Onder het hoofd ‘Brabbeltaal’ hebben wij enkele staaltjes gegeven van potsierlijk Nederlandsch, ontleend aan een Exportblad. Daar kwam ook bij voor ‘knoopen van steennoot’. Wij danken aan ons lid, den Heer A. Donker, de opmerking dat ‘steennoot’ de hier gebruikelijke aanduiding is van wat in het Duitsch ‘Steinnuss’ heet; ons lid kent geen andere benaming. (Inderdaad vermeldt Van Dale het woord zonder afkeuring ‘steennoot, eene kleinesoort van walnoot met steenharde schaal’).
| |
Stoppingen.
- ‘Wie weet’ - vraagt de heer Menkman - ‘één Hollandsch woord te geven voor het stilhouden, of voor de plaats waar stilgehouden wordt?’
Het werkwoord ‘stoppen’ voor ‘stilhouden’ aanvaardt ons lid als een aanwinst; maar ‘stoppingen’, een nieuw woord, uitgevonden door de Ned. Spoorwegen, wil er bij ons lid niet in.
| |
Veel meevallen
- ‘Vraagt onze laatste noteeringen aan, de prijzen zullen u veel meevallen’ (adv.) Waarom niet ‘erg meevallen’? Of, met minister Oud, hard meevallen?
| |
Witbrood
- Onze bakkers worden door hunne organisaties gelukkig gemaakt met strooken papier, om op de vensterruiten te plakken. Deze strooken vermelden dat bij hen verkrijgbaar is: Prima Witbrood.
Natuurlijk begrijpt ieder wel dat hier wittebrood bedoeld wordt, maar waarom dat dan niet gezegd?
- Ons lid S. te W. vraagt of de woorden ‘draadfiguren’ en ‘naaktfiguur’ als goed Hollandsch beschouwd mogen worden. Wie van onze medeleden wil zijn meening te dezen geven? Met betrekking tot ‘draadfiguur’ zouden wij willen wijzen op de analoge gevallen ‘draadborstel, -bril, -gaas, -nagel, -werk’. En wie ‘naaktfiguur’ zou willen verwerpen verzuime niet een bruikbaar aequivalent aan te geven.
- ‘“Zooals U bekend is”, schrijft ons lid T.H. uit België, “voert het Vlaamsch in België een harden strijd. Een onderwijzer vraagt een van de leerlingen het raam open te doen “want” - zegt hij - “ik staan heet” (j'ai chaud) - Iemand uit de gegoede burgerij vertelde mij: “Ik zijn uit Antwerpen”. En zoo voort”’.
- Generaal De Bono telegrafeert dat er ‘niets bijzonders’ valt te melden van het front (krantenbericht).
Deze Italiaansche generaal kent blijkbaar zijn Hollandsch nog beter dan de commandant van Hr. Ms. K XVIII (of dan degeen die de woorden van dien commandant zoo slecht vertaalde)!
|
|