[Nummer 5]
Krantentaal
In het boek van Dr. Haje dat we eenigen tijd geleden hebben aangekondigd, wordt in 't algemeen onze Pers een pluim op den hoed gestoken voor de taal die zij schrijft. Wij kunnen helaas aan die hulde niet meedoen aangezien wij bijna geen krant kunnen opnemen waarin niet een of meer (meestal vele) taalzonden staan. Wij doen maar even een paar grepen:
‘... de bewaarde (Duitsch: “bewährte” = Nederlandsch: beproefde) diplomatieke practijk’
‘... De verpleging der troepen’ (Duitsch, in het Ned. verpleegt men slechts zieken, men verzorgt gezonden.)
‘... afzoenen’ (Duitsch: ‘abküssen’; in het Ned. is ‘zoenen’ in dit geval voldoende. Met ‘afzoenen’ bedoelen wij dat een twist door een zoen wordt afgesloten.)
‘.... met pijnlijke zorg’ (Duitsch: ‘peinlich’; in het Ned. heeft ‘pijn’ niet meer de beteekenis van ‘moeite’; alleen zeggen we nog wel eens: Het is de pijne niet waard, maar ‘pijnlijk’ beteekent altijd: wat lichamelijk leed veroorzaakt of kenmerkt).
‘... akkerbouw’ (geen onnederlandsch woord maar het is óók Duitsch en het is bezig, het uitsluitend Nederlandsch woord ‘landbouw’ te verdringen zooals de schrijver Maurits Wagenvoort ons deed opmerken).
‘... lagers’ (voor: legerplaatsen en wel van troepen!)
En zoo voort en zoo voort.
Al deze voorbeelden zijn uit aanzienlijke Persorganen gehaald en er zouden er nog zéér vele meer gegeven kunnen worden. Een bijzonder kras staaltje van krom Nederlandsch vonden wij onlangs in een stukje over den tocht van de K XVIII dat op de plaats van het hoofdartikel stond en waarin tot tweemaal toe werd opgemerkt dat het schip geseind had: ‘Geen bijzonders’. Vermoedelijk was er in het Engelsche geseind: ‘No particulars’, maar dat beteekent: geen bijzonder heden. In het Nederlandsch kunnen wij dàt zeggen of: ‘Niets bijzonders’. Maar ‘Geen bijzonders’ is wartaal.
Genoeg om te doen zien, hoe weinig zorg er in onze Pers aan de taal wordt besteed.
Tot slot en bij wijze van koddigheid nog iets dat niet aan de Pers is ontleend maar aan een blaadje van iemand die zich fel weert tegen het ‘Taalbederf’ van de spelling-Marchant, maar die zelf zijn ontboezeming begint met een versje over ‘Neerlands Tale’ waarvan de eerste regel zoo luidt:
‘'K ben verliefd in Neerlands tale’.
‘Verliefd in’. We zouden geneigd zijn om te zeggen: Ga dan maar naar het land van Hitler; hier zijn we niet verliefd op zulk een ‘tale’. Maar we bedachten: De liefde is blind.
En we zullen dit dus maar ‘met den mantel der liefde bedekken’.
Hij bedoelde het immers zoo goed!