Van onze leden.
Bij de woorden, die onze leden ons inzenden, met de bedoeling dat wij die, na ingewonnen advies van onzen Raad van Deskundigen, als germanismen zullen signaleeren, bevindt zich een aantal dat voor een zoodanige behandeling niet in aanmerking komt.
Als een leverancier ons stofzuigers komt aanbieden tegen een ‘aanbetaling’ van zoo-en-zooveel en verdere maandelijksche ‘afbetalingen’, zullen wij daarvoor onzen Raad in het geweer roepen?
En als onze -natuurlijk Duitsche- dienstbode ons komt vertellen, dat zij zoo'n ‘uitgeteekend’ (oetjetekkend, zei-ze) middel tegen ‘hoender-oogen’ weet, dan kunnen we alleen maar hopen, dat ze spoedig Nederlandsch zal leeren spreken.
VOL-AUTOMATISCH. Een lid vindt in de ‘Naamlijst voor den Interlocalen Telefoondienst van Nederland’ bij de plaats Haarlem de vermelding: Vol-automatisch te bereiken uit Bennebroek, enz.
Hij vraagt of het niet beter zou zijn in een naamlijst voor Nederland deze Duitsche -althans Duitsch-klinkende- woordvorming te vermijden en te spreken van: geheel automatisch te bereiken...
Een onzer leden heeft een opmerking gemaakt die, naar ons voorkomt, wel waard is overdacht te worden.
Hij waarschuwt nl. tegen de neiging om door één Nederlandsch woord nauwkeurig en volledig alle beteekenissen te willen vertolken van een bepaald Duitsch woord. Dat moet z.i. leiden tot een germanisme.
Laat ons, zegt hij, daar niet naar zoeken. Want als dat zou zijn verwezenlijkt: dat nagenoeg elk Duitsch woord, elke Duitsche zinswending, een volmaakt equivalent had in het Nederlandsch, dan was onze taal met recht gestempeld tot een vazaltaal. Dan was haar genie vermoord.
Als voorbeeld haalt hij aan het Duitsche woord: komisch. Dat wil onze Raad niet overal vertaald hebben door: komiek, omdat de schakeering der beide woorden verschilt. In sommige gevallen, oordeelt de Raad, is ‘komisch’ onmisbaar.
Laat ons nu echter niet, zegt ons lid, in die gevallen, waarin wij het begrip dat door het Duitsche woord ‘komisch’ wordt uitgedrukt, niet door ‘komiek’ kunnen weergeven, maar dadelijk grijpen naar het Duitsche woord. Dikwijls zal men, bij eenig nadenken, een zuiver Nederlandsch woord vinden, dat geheel voldoet.
Soms zal ‘grappig’ het begrip uitdrukken, of ‘vermakelijk’;- of anders: geestig, koddig, uiig, moppig, boertig, kluchtig, dwaas of zot.
Wij zijn het met ons medelid eens, wanneer hij waarschuwt tegen geestelijke luiheid. En zijn definitie van een germanisme: een Duitsch woord waar de Nederlandsche schrijver geen raad mee weet,- is stellig dikwijls van toepassing.
Dezer dagen lazen wij in een groot dagblad, in een correspondentie uit den Balkan, dat de Italiaansche propaganda, met haar ‘mare nostrum’ door de Joegoslavische regeering ‘komischerwijze’ daarmee werd beantwoord, dat zij op de lucifersdoosjes van het staatsmonopolie de woorden ‘Nasze more’ liet drukken, wat eveneens ‘Onze zee’ beteekent.
Hier had de schrijver stellig het woord ‘komisch’ kunnen vermijden; ‘spottend’, ‘spottenderwijze’ zoo men wil, of: gekscherend, zou het begrip evengoed hebben uitgedrukt.
Om van den toch werkelijk zeer Duitschen zinsbouw nog te zwijgen!
APPARAAT. Men vestigt opnieuw onze aandacht op het woord ‘apparaat’, in de beteekenis van: toestel, en het blijkt daaruit dat dit woord toch voor velen onzer leden een onmiskenbaar-Duitschen klank heeft.
Zooals wij reeds vroeger mededeelden (O.T. 1932, 2) heeft dit woord bij onzen Raad van Deskundigen geen afkeurende meerderheid gekregen, en men zal het dus in onze lijst van Germanismen vergeefs zoeken.
Maar wij - en dit redactioneele ‘wij’, wij herhalen het, dekt alleen de meening van den tijdelijken redacteur van ons orgaan - wij houden dit woord stellig voor een germanisme. Met vele andere!
Voor het overige moge hier worden opgemerkt, dat een der leden van den Raad, die het woord in den zin van ‘toestel’ niet wilde veroordeelen, dit wèl doet als vertaling van ‘der ganze (Beamten-)apparat’ en dgl.