[Nummer 6]
Uit het archief ‘Germanismen’
Wij vervolgen onze reeks en laten ten aanzien van een vijftal woorden thans zien hoe de Raad van Deskundigen daarover oordeelde.
AANWENDEN. Dit woord kan volgens het oordeel van den Raad worden gebezigd t.a.v. ‘middelen’ - ‘middelen aanwenden’ wordt goed Nederlandsch geacht. - ‘Maatregelen aanwenden’ daarentegen is een germanisme; zoo ook ‘aangewende kunst’. In deze beide gevallen gebruike men ‘toepassen’; voor ‘pogingen aanwenden’ wordt door een lid van den Raad ‘in het werk stellen’ aanbevolen.
Opgenomen O.T. 3, 1933.
AFFLAUWEN (ook: Afzwakken, enz.) wordt eenstemmig als een germanisme beschouwd. ‘Sterk af te keuren’ zegt één lid. -
Ten aanzien van het woord ‘afzwakken’ maakt een lid de opmerking: In technische taal is ‘afzwakken’ ook gebruikelijk in transit. beteekenis: een stroom afzwakken. Het is waarschijnlijk wèl een Germanisme, maar er is een stijgende behoefte aan sterkere praefixen dan de toonlooze ver-, ont-, etc.
Een ander lid bestrijdt deze opvatting. De opmerking -zegt dit lid- dat er ‘een stijgende behoefte’ is ‘aan sterkere praefixen dan de toonlooze ver-, ont-, etc.’ is m.i. niet juist en niet ter zake. Vaak staan af- en ver- naast elkander met licht verschillende betekenis: ‘afkoelen’ en ‘verkoelen’, ‘afkorten’ (al Mnl.) en ‘verkorten’. In 't Duits hoeft ‘ab-’ volstrekt geen sterke verandering te kennen te geven, b.v.: abflauen, abschwächen.
De zaak is eenvoudig dat men in 't Ndl. verflauwen, verzwakken, vermageren zegt, en in 't Duits: abflauen, abschwächen, abmagern. Evenzeer als in 't Duits: verflauen, enz. hollandismen zouden wezen, zo zijn in het Ndl.: afflauwen, enz. germanismen.
Opgenomen O.T. 3, 1933.
BOUWEN. (Wegen bouwen, kanalen bouwen, kanaalbouw, werktuigbouw.) Een woord dat men in den laatsten tijd meer en meer ontmoet; onze Raad veroordeelt het eenstemmig. Het Wdb. zegt ten aanzien van het woord ‘bouwen’ in deze beteekenissen: Het schijnt wenschelijk de eigenaardige, van ouds hiervoor gebruikelijke, woorden: aanleggen etc. te handhaven; en de Raad onderschrijft dit oordeel.
Dus: wegen aanleggen; kanalen graven; werktuigen en toestellen ineenzetten (of: maken, vervaardigen).
Wij mogen nu uitdrukkingen als: (een zaak) uitbouwen; (een luidspreker) inbouwen ook wel beschouwen als te zijn veroordeeld; afbouw (van loonen b.v.) werd reeds vroeger gesignaleerd.
Opgenomen O.T. 3, 1933.
DIERMEEL Germanisme; moet zijn ‘dierenmeel’ (vgl. Wdb.: dierenvet). - En toch ‘vischmeel’. Maar dit kan men opvatten (en ‘voelen’) als: meel van ‘visch’ bereid.
Opgenomen O.T. 3, 1933.
- ER (de uitgang ‘er’ in woorden als epileptiker, hysteriker). Zoo goed als algemeen als een germanisme beschouwd. - Eén lid uit zich als volgt: Van -icus en -iker valt te zeggen: lood om oud ijzer. Het gaat er mee als het: electriek en -trisch in de 19e eeuw. - Wat echter een ander lid doet zeggen: ondanks deze opmerking voel ik toch wel een aanmerkelik verschil tusschen de gevallen -iker naast -icus en -isch naast -iek. Het suffix -isch kwam al in de 16e eeuw in 't Ndl. en is hoe langer hoe meer gebruikelijk geworden; -iker is een jong Duitsch mengsel van Lat. ‘-icus’ en Duitsch ‘-er’, dat in 't Ndl. geen navolging verdient of behoeft.
En weer een ander: Het lijkt mij véél verkieselijker bij dergelijke vormingen naar Gri. en Latijn rechtstreeks ook den echten Gri.-Lat. uitgang over te nemen, dan gewijzigd naar Duitsch model. Opgenomen O.T. 3, 1933.