maritieme en militaire gebruikelijke werkwoorden overfluiten, opblazen, opslaan, opfluiten, uitzingen, uitluisteren, die alle op sprekende wijze een zekere handeling omschrijven. Dat de Engelschen dezelfde vormen hebben, mag voor ons geen aanleiding zijn tot veroordeeling.
Wij herinneren ons allen, dat tijdens den Boerenoorlog het werkwoord ‘opblazen’ in gebruik kwam, voor in de lucht laten springen. Misschien is het een echt Anglicisme - misschien ook niet - maar het is een kernachtige uitdrukking, welke mijn Hollandsch gehoor heelemaal niet beleedigt. En toen wij, gedurende die korte periode van geestdrift voor de zaak der Afrikaanders, van ‘uitlanders’ spraken, deden wij een oud Nederlandsch woord herleven (zie Wassenaer, Historisch Verhael II, 92). Onbewust hebben wij toen - via het Afrikaansche heden - uit het Nederlandsche verleden geput!
‘Behandigen’ is thans verouderd, zegt het Woordenboek der Ned. Taal (tweede deel), maar bij ‘innemen’, in de beteekenis van inwinnen, wordt van verouderd zijn niet gerept (deel VI, 1813-1814). In de 17e eeuw werden iemand brieven, orders enz. ‘behandight’ en nog zeer laat in de 18e eeuw besloten Heeren X (W.I. Comp.) om ‘de gedagten der respectieve Kameren in te neemen’. Zouden deze beide werkwoorden weder in ons spraakgebruik hun intrede doen, dan zouden de Germanismenjagers moord en brand schreeuwen. Maar zouden zij gelijk hebben?
Wanneer onze Raad van Deskundigen zou beweren - wat ik voorshands niet geloof - dat ‘nederlaag’, voor depôt of opslagplaats, alleen in de 17e eeuw Nederlandsch is geweest, dan zou ik alweder willen verwijzen naar het Woordenboek der Nederl. Taal (deel IX, 1735) waarin worden aangehaald de Wet van 26 Aug. 1822, die van 2 Juni 1875 en een Besluit van 29 Nov. 1907 (de nederlage van zout). In de taal van den Nederl. Fiscus is het oude woord altijd in gebruik gebleven - tot op den huidigen dag - en wel met betrekking tot den opslag van accijnsgoederen. Wanneer is het volgens de Deskundigen een germanisme geworden?
Een baargeldlooze betaling veroordeel ik, omdat het een malle uitdrukking is, zooals onze ambtenarij er wel meer uitvindt; zie b.v. de aanwijzing: Bureel geldartikelen aan den ingang van het nieuwe Amsterdamsche Postgebouw (naast het oude Hoofdpostkantoor). Maar, laten nu onze lezers toch niet denken, dat baar geld geen goede Holl. uitdrukking zou zijn, omdat men in het Duitsch van Bargeld spreekt (Zie Woordenboek der Ned. Taal, deel II, 823).
Dat men ook met de adviezen van Deskundigen voorzichtig moet zijn, bleek mij eenigen tijd geleden, toen de Taalwacht van het A.N.V. mij schreef, dat het in Suriname nog gebruikelijke woord vettewarij, voor een zeker soort winkel, geen Nederlandsch is en nooit Nederl. geweest is. Het woord komt n.b. in Verwijs en Verdam voor, met ettelijke citaten er bij uit oude Nederl. geschriften.
Als liefhebber (amateur) van maritieme en koloniale geschiedenis, geniet ik steeds bij het lezen van 17e-eeuwsche reisverhalen enz., niet alleen van den inhoud, maar ook van de taal, ondanks de anarchie welke destijds heerschte op het gebied der spelling. Dat men ook toen speciaal uit het Duitsch veel zou hebben overgenomen, kan ik niet zoo maar aannemen.
Met het oog op de hopelooze vervlakking - om niet eens van de verbastering te spreken - welke onze taal tegenwoordig ondergaat, door de schuld van het onderwijs, de journalistiek, de litteratuur, de sport en het verkeer, is het m.i. doodjammer, dat de geschriften der voorouders door de massa niet meer worden gelezen.
* * *
Natuurlijk zijn wij het met het bovenstaande lang niet geheel eens, maar wij hebben al vroeger gezegd dat, in ons Genootschap waarin alléén de Raad van Deskundigen gezag heeft en alle anderen leeken zijn, de redactie van het orgaan zich niet als censor mag beschouwen. Waarbij nog komt, dat wij de belangstelling van den heer M. bijzonder waardeeren omdat zij den vorm heeft van onderlinge gedachtenwisseling. En daarvoor is ons Genootschap immers juist opgericht. In 't algemeen moeten wij echter wel op kortheid aandringen opdat, in één nummer, meer dan één lid aan 't woord kunne komen.