Onze Taal. Jaargang 2
(1933)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdUit het archief ‘Germanismen’.In het vorige nummer van ons orgaan lieten wij den leden zien tot welke beschouwingen eenige der ingezonden woorden den Raad van Deskundigen hadden geleid. Wij zetten heden deze reeks voort.
4. Glanzend. Hiervoor zijn verschillende vervangwoorden voorgesteld, naar gelang van de beteekenis: blinkend, schitterend, glimmend, tintelend, stralend enz. Vier leden van onzen Raad van Deskundigen laten zich er over uit. De eerste hierover gemaakte opmerking luidt: ‘glanzen is een gewoon Hollandsch woord en ik weet niet, waarom ik niet van een glanzenden hoogen hoed zou mogen spreken.’ Daarop volgt: ‘glimmend is het zuiver Nederl.’ Als derde volgt: ‘glanzend kan men geen germanisme meer noemen, evenmin als glans, treffen, (ver)schaffen, degen, gezant, enz. Alleen in den zin van “voortreffelijk” (“schitterend”) b.v.: glanzende overwinning, hij speelt glanzend, kan het er niet mee door’. Thans de vierde opmerking: ‘met glans, met eere, met vlag en wimpel (als ik goed raad, wèlk gebruik men bedoelt)’. Het is hieruit duidelijk, dat ook in den Raad van Deskundigen ‘glanzend’ beschouwd wordt als een woord, dat, in zekere beteekenis gebruikt, als germanisme gewraakt moet worden, maar dat in het algemeen een goed Nederlandsch woord is.
5. Het gaat om. Laat ons beginnen met de stelligste uitspraak, die in de commentaren te vinden is. Zij luidt: ‘Het gaat om is ongetwijfeld een kras germanisme.Ga naar voetnoot1) Als vertaling kunnen nog dienen: ‘het is om.... te doen’ (b.v. om je leven), ‘het geldt’ (b.v. hooge belangen), (iets) ‘staat op het spel’ enz. Een ander lid van den R.v.D. verklaart echter, zonder nadere motiveering, dat het woord niet als germanisme kan worden beschouwd, terwijl een derde nog een vervangwoord, dat niet in de inzendingen voorkwam, opgeeft: ‘het gaat over’. Omtrent één uitdrukking, nml. ‘het staat op het spel’, laat dit lid zich echter als volgt uit: ‘dit is iets anders en dat kan wel uitgedrukt worden met ‘het gaat om’.
6. Meemaken. Een oordeel hierover, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat, is het volgende: ‘Dit woord acht ik in de beteekenissen “beleven”, “bijwonen”, “meedoen aan”, “doorstaan”, “lijden”, enz. zoowat het bedenkelijkste germanisme van de geheele lijst, zoodat ik het bizonder jammer zou vinden als het werd geschrapt. De verbijsterende snelheid, waarmee het zich in de genoemde Duitsche beteekenissen in den laatsten tijd verspreidt en een aantal Nederlandsche woorden dreigt te verdringen, lijkt mij een duidelijke aanwijzing, dat het een gevaarlijk germanisme is, waartegen niet genoeg kan worden gewaarschuwd.’ Tweede oordeel: ‘“in den zin van “beleven”, “bijwonen”, stellig een germanisme.”’
Drie leden van den Raad beschouwen het woord als een germanisme en geven geen commentaar; slechts één lid wenscht het niet als een germanisme beschouwd te zien. |
|