De Surinaamsche taaltuin.
Ons medelid de Heer W.R. Menkman heeft in ‘De West-Indische Gids’ onder bovenstaanden titel een artikel geschreven (waarvan hij ons een overdrukje toezond) dat een aardigen en levendigen indruk geeft van het Koloniale Nederlandsch in Suriname. Het blijkt dat er wel nog al wat afwijkingen in de spreektaal voorkomen (het aantal is stellig aanmerkelijk grooter dan in Oost-Indië) maar dat over 't algemeen de toestand bevredigend mag worden geacht wanneer men in aanmerking neemt dat onze landgenooten in onze overzeesche gewesten nu eenmaal maar een betrekkelijk kleine volksgemeenschap vormen en dat hun taal vrij wat vreemde invloeden (niet alléén die van verminking door inboorlingen) heeft te verduren.
De schrijver is zelfs van oordeel dat er in den Surinaamschen taaltuin minder (zij het dan ook ander) onkruid groeit dan tegenwoordig in den vaderlandschen.
Waarin hij wel gelijk kan hebben.