De maatstaf van het verleden.
Elders in dit nummer gewagen wij van een geschrift van den Heer Menkman over het Surinaamsche Nederlandsch. Ons medelid zegt daarin o.a.:
‘Wij lezen in de courant dat een arrestant is ingesloten en vinden dat een leelijk germanisme; treffen wij dan echter later dezelfde uitdrukking aan in een 17e-eeuwsch geschrift, dan zijn wij weer heelemaal niet zeker meer van onze zaak.’
Hiermede raakt de schrijver een aardige en belangwekkende quaestie aan: Wanneer een woord, dat tegenwoordig als een germanisme (of in 't algemeen als een barbarisme) klinkt, in vroegere eeuwen in onze taal voorkwam, moet men het daarom dan ook thans goed Nederlandsch achten?
Wij voor ons - maar wij erkennen natuurlijk dat men ook een andere opvatting kan hebben - antwoorden stellig: Neen, dat is geen voldoende reden. Want zoo'n in onbruik geraakt Nederlandsch woord duikt tegenwoordig gewoonlijk niet op uit het Nederlandsche verleden maar uit het Duitsche heden en het komt niet aan op den vorm maar op den geest dien men ermee binnen haalt. Als voorbeeld wijzen wij op het woord ‘nederlage’ (voor opslag of entrepôt) dat in de 17e eeuw Nederlandsch was en dat thans nochtans door onzen Raad van Deskundigen als een germanisme is afgekeurd. Onzes inziens spreekt dit vanzelf want het komt nu niet uit het vroegere Nederlandsch tot ons maar uit het hedendaagsche Duitsch. En zoo staat het - voor ons - óók met ‘insluiten’. Een halve eeuw geleden sprak iedereen nog van op sluiten maar sedertdien zijn wij gaan einsperren.
In elk geval echter moet men voorzichtig zijn