ambt (voor een kantoor) |
kantoor (v.d. waterschout b.v.) |
beëindigen |
eindigen, voltooien, sluiten |
bestens (b.v. bestens verkoopen) |
zoo voordeelig mogelijk |
betere (b.v. meubileering voor betere huizen) |
Huizen van (of voor) meer gegoeden, huizen van stand |
betreffende (b.v. de betreffende paragraaf) |
desbetreffende, bedoelde, vermelde |
Goudakaas (enz.) |
Goudsche kaas |
Haag |
Den Haag |
halfzijdig (b.v. halfzijdige verlamming) |
eenzijdig |
hoogbouw (en laagbouw) |
hooge (lage) bebouwing |
inschrift |
opschrift, inscriptie |
Jezuskindje (b.v. een schilderij met een J. er op) |
het kind JezusGa naar voetnoot**) |
kaartschrijven |
briefkaart |
kaasmelk |
te verkazen melk, melk voor kaas |
kogellager |
kogelblok |
lageren (en: op lager hebben) |
opslaan, bewaren, in voorraad hebben |
naneming (van geldzendingen) |
rembours |
nederig (b.v. nederige prijzen) |
laag |
om middernacht |
omstreeks of om en bij middernacht |
onderbrengen |
huisvesten, logeeren, onder dak brengen |
restloos |
zonder overschot, geheel en al, zuiver |
rondschrijven |
circulaire |
schrof (schroffe afwijzing) |
bot |
verhoudingen (in moeilijke verhoudingen verkeeren) |
omstandigheden |
versluiting (douaneterm) |
in entrepôt, in opslag, onder plombe |
(zich) verstaan (in de uitdrukking: dat verstaat zich) |
is begrijpelijk, duidelijk, verklaarbaar, spreekt vanzelf |
vertrouwensman |
vertrouwde, soms: vertrouweling |
verwerken (van recht, rechtsverwerking, in den zin van te niet gaan van recht door eigen schuld van den gerechtigde) |
verbeuren, verspelen |
vorig jaar |
verleden jaar, in 't vorige jaar, ten vorigen jare |
vrij geven (een schip, een partij goederen) |
vrij (soms: weder vrij) laten |
wonde plek |
zeere, kwade, zwakke, pijnlijke plek |
zekering (b. v. loodzekering) |
loodje, smeltplek |
zuurgraad |
zuurtegraad, graad van zuurte, zuurgehalte |