in tegenstelling tot andere taal-tijdschriften, niet alleen tot den engeren kring der vakgeleerden wendt, maar ook tot het groote publiek. Het groote werk, waartoe de Dialectencommissie in het leven is geroepen, de voorbereiding en de samenstelling van den Atlas der Nederlandsche dialecten, is vóór alles een arbeid, die tot stand moet komen dank zij de medewerking van velen. Vooral uit de kringen van het onderwijs, en met name van het lager onderwijs, heeft de commissie haar medewerkers gerecruteerd, maar ook uit de vele honderden belangstellenden uit alle lagen en beroepen der bevolking, die geheel belangeloos hun medewerking willen verleenen aan het wetenschappelijke werk dat, eenmaal voltooid, een monument zal zijn voor, maar tegelijk ook door het Nederlandsche volk opgericht. De Atlas der Nederlandsche dialecten hoopt, wanneer hij straks begint te verschijnen, den toets der wetenschappelijke kritiek in alle opzichten te doorstaan, maar dit sluit allerminst uit, dat naar wij hopen en verwachten ook buiten de kringen der vakgeleerden belangstelling zal bestaan voor het resultaat van deze onderzoekingen. Het eene feit sluit het andere heelemaal niet uit.
Het rijke materiaal, dat thans reeds aanwezig is in het Centraal Bureau voor Nederlandsche en Friesche Dialecten en dat van jaar tot jaar groeit, zal behalve voor de samenstelling van den atlas ook de bouwstoffen kunnen leveren voor voorloopige of détailkaartjes, die in ons blad zullen worden afgedrukt. Zoo dikwijls daartoe aanleiding bestaat, zullen mededeelingen van de Dialectencommissie en haar bureau worden opgenomen, terwijl onze lezers geregeld op de hoogte zullen worden gehouden van den stand der werkzaamheden. Aldus hoopt ‘Onze Taaltuin’ in nog meerdere mate dan dit tot dusver het geval was bij te dragen tot de totstandkoming van den Atlas der Nederlandsche dialecten. Aldus zal de band, die thans tusschen ons maandblad en de Dialectencommissie wordt gelegd, beide hecht aan elkander verbinden. Moge straks blijken, dat dit verbond beiden tot winst worde!
Namens de Redactie van ‘Onze Taaltuin’, Jac. van Ginneken, Hoofdredacteur, J. Wils, Secretaris.
Namens de Dialectencommissie der Kon. Nederl. Akademie van Wetenschappen, Jac. van Ginneken, Voorzitter, P.J. Meertens, Secretaris.