Onze Taaltuin. Jaargang 1
(1932-1933)– [tijdschrift] Onze Taaltuin– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe samenstelling als korte taalvorm in de krantWanneer hij den inhoud van een artikel samenperst tot een titel, vindt de ‘opmaker’ een korten vorm door samenstelling. Samengestelde zelfst. naamwoorden vooral zien we dan opduiken als synthetische, korte taalvormen. ‘Het door The Economist berekende indexcijfer der groothandelprijzen in Engeland...’ als aanhef van een bericht, loopt uit op den titel: ‘Groothandelsindex van The Economist’. Uit den tekst: ‘tot lid van de commissie voor advies voor de opleiding tot bestuurder van verkeersvliegtuigen aan de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam’ (negen voorzetsels welgeteld! maar dat doet nu niet ter zake) resulteert het compositum in den titel: ‘Opleiding van verkeersvliegers’. Een correspondent begint: ‘Te Leiden is over den bouw van het raadhuis...’; de opmaker kondigt aan: ‘Raadhuisbouw te Leiden’. ‘Wegens botsing van twee personentreinen...’ leidt tot ‘treinbotsing’. Op dezelfde wijze wordt ‘tramontsporing’ geboren. | |
[pagina 364]
| |
Het is onvermijdelijk, dat de samensteller door zijn ‘keuze’ de grenzen van de gangbare betrekkingen tusschen de twee deelen der samenstellingen nu en dan te buiten gaat; met andere woorden: de beteekenis van den verkorten taalvorm wordt onduidelijk. We noemen: Vacantie-opruiming = opruiming van onderwerpen in den Raad vóor de vacantie. - Legerbezuiniging = bezuinigingen op de legerbegrooting. - Textielorders = orders voor de textielnijverheid. - Zelfs lezen we in dezen barren tijd van een Aardappelconflict = het dreigend conflict in den aardappelhandel (aldus in den textGa naar voetnoot1)). Bepaald fóut is ‘Residentiebioscopen’, wanneer men bedoelt: ‘bioscopen in de Residentie’. Dergelijke samenstellingen met een naam als eerste lid zijn te beschouwen als navolging van het Engelsche type: ‘Henley-wedstrijden, dat regelrecht vertaald is. Engelsch of Duitsch is de vorm Rembrandt-etsen. Alleen wanneer men den naam als adjectief gaat voelen, doet de samenstelling niet meer vreemd aan: Montessori-school, zelfs Montessori-U.L.O.school. Bij deze samenstellingen is het koppelteeken het verbindend element. Opmerkelijk is, in de krant, de voorkeur voor dit teeken in combinaties die de verbindings-s missen, vooral wanneer een der twee leden een vreemd woord is: spoorweg-employés, vacantie-opruiming. Natuurlijk staat het koppelteeken er ook wel eens ter wille van de phonetische duidelijkheid, zooals in onderwijs-zorgen, en ook in basis-jaren. Deze oriënteerende merkteekens zijn vooral in den korten taalvorm van de door ons beschouwde titels noodzakelijk. Ik kom nu tot bespreking der omvangrijker samenstellingen, die in de genoemde titels gebruikelijk zijn; een aantal belangwekkende exemplaren uit andere deelen van de krant zijn er aan toegevoegd. Omvangrijke samenstellingen vooral worden door puristen met schele oogen aangezien. En zéker zijn er op-zich-zelf staande gevallen van klakkelooze navolging van Duitsche woorden. Dit neemt niet weg, dat de schrijvende Nederlander die noodgedwongen of spontaan een korten taalvorm kiest, de vrijheid moet hebben, de mogelijkheden van samenstelling ook in zijn taal tot het uiterste te spannen. Hem die vrijheid te ontzeggen, is géen bewijs van ‘liefde voor de Moedertaal’. Integendeel: het is de vernietiging van een belangwekkende kracht van ontwikkeling der levendeGa naar voetnoot2), geschreven, taal. Ik spreek dan ook over de hier volgende formaties geen goed- of afkeurend oordeel uit, maar volsta met de belangrijkste typen te onderscheiden. | |
[pagina 365]
| |
Het eerste lid is zelf een compositum: werkverschaffings/loonen, het slachtfondsen/conflict, naaimachine/zwendel, rolprent/nieuws (in plaats van filmnieuws), stembus/opgeblazenheid (= opgeblazenheid met het oog op den naderenden stembusstrijd), driekleuren/druk op kunstdruk/papier, heetwater/reservoir, binnenkamer/leven. Het tweede lid is zelf een compositum: crisis/pachtzaken, regeerings/persdienst, studenten/lustrumfeest. Het is onzeker welke twee substantieven éen lid vormen: volks-/crediet/wezen, hoofd/verkeers/ader, rijwiel/belasting/merken, werkloozen/steun/regeling. Opmerkelijk is vooral de titel van den Regeerings/zuivel/commissaris, die eigenlijk regeeringscommissaris is voor de uitvoering van de (crisis)zuivel(wet); het drieledige woord is het product van ellips en kruising van twee composita. Een bijzondere schepping van den ‘opmaker’ is: Nederland-Frankrijk/Jeugdwedstrijd. Nog is de vooropstaande koppeling van twee namen het bepalend lid; de samenstelling is echter niet alleen orthografisch maar ook naar het ‘samenstel’ der leden uit den band gesprongen. De titel had moeten omslaan in de omgekeerde volgorde: Jeugdwedstrijd/Nederland-Frankrijk. Vier deelen bevat het ‘woord’ gezinspersoons/kaarten//stelsel. Het onmiddellijk begrijpen van de omvangrijke samenstellingen wordt ook hier dikwijls gemakkelijk gemaakt door een ‘koppel’ teeken als aanduiding der ‘scheiding’: politiehond-verordening, kleuter-zelfkennis (in den tekst: van zelfkennis bij kleuters mag men spreken...), beursindexcijfer, arbeiders-muziekvereenigingen. Het koppelteeken staat na een eigennaam: Philips-natriumlamp; ook na een vreemd bijwoord of praefix: non-agressiepact, anti-oorlogscongres (in den tekst: wereldstrijdcongres tegen den oorlog; in het Fransch: Congrès mondial de lutte contre la guerre impérialiste), semi-overheidsdienst. Naar een oud voorschrift der spelling is geschreven: tweede-klasserenner. Ironische humor verleidde den opmaker tot den titel: Volvette Goudsche-perikelen, terwijl hij in den tekst las van: moeilijkheden met de bereiding van volvette Goudsche kaas. Tot nu toe hebben wij uiteengezet, wat de uiterste mogelijkheden zijn van de samenstelling waarvan het eerste lid bijvoeglijke bepaling is bij het tweede, het type: tuindeur. De vorm: Nederland-Frankrijk/Jeugdwedstrijd ging de gestelde perken te buiten, en stond te onrechte voor den modernen omgekeerden vorm, waarbij het bepəlend deel achteraan staat: Jeugdwedstrijd/Nederland-Frankrijk. Deze vorm van samenvoeging is het resultaat van verkorting in ambtelijken en in jour- | |
[pagina 366]
| |
nalistieken stijlGa naar voetnoot1), en het is onnoodige bezorgdheid, daarin navolging van het Fransche type ‘l'affaire Dreyfus’ te zien. De opmaker leest: ‘Het ontwapeningsvoorstel van Hoover...’ en hij schrijft in den korten titel: Ontwapeningsvoorstel-Hoover. Hij leest: ‘De heden gehouden bespreking van Von Papen met Mac Donald...’ en hij verkort: Onderhandelingen Von Papen-Macdonald. ‘Het dreigend conflict in den aardappelhandel’ wordt bij bemiddeling: Bemiddeling Aardappelconflict. We lezen van: Opheffing Septemberscholen, Bevordering Werkverruiming, Bouw Montessori-school. Meestal is het eerste lid, zooals in deze voorbeelden, een afleiding van een werkwoord, waarbij het tweede lid als object (subject) fungeert: Opening Stadszaal, Korting Presentiegeld, Instelling Deskundigencommissie, Bezuiniging Nijverheidsonderwijs, Botsing Motorfiets en Auto, Ontslag Stationschef, Wedstrijd ‘Kinderen en Dieren’, Conferentie GeschiedenisonderwijsGa naar voetnoot2). Betrekkelijk zelden is het eerste lid géen werkwoordelijke afleiding: Grenzen/Visscherij-inspectie, Ridderdag Johanniterorde, Crisis-zuivelwet/1932. Wanneer we een geval als ‘Botsing/Motorfiets en Auto’ vergelijken met de gewone samenstelling ‘Treinbotsing’, dan mogen we het eerste, het omgekeerde, type dankbaar begroeten als een bruikbaar middel tot vermijding van ‘monsterachtige samenstellingen’. Want dat zou ‘Een Motorfiets-en-Auto-Botsing’ zijn; een vorm die, ten deele op het voorbeeld van Engelsche formaties als ‘a matter-of-fact resolution’, in Nederlandschen krantenstijl nu en dan opduikt, getuige het volgende bericht: ‘Het Dalton-stelsel lost het “op-de-plaats-rust-” en “met-de-looppas-vooruit-probleem” voor een deel op’. Hier is een zachte wenk van de taalpolitie niet ongepast: ‘het probleem (van) “met-de-looppas-vooruit’ ware wel zoo fraai. Hetzelfde geldt ook voor den samengestelden, tegenwoordig geliefden, zelfst. gebr. infinitief als in: ‘dat de zure wei en het in-éen-stuk-maken het ontstaan van afwijkingen in de handwerken’. En wanneer wij lezen: ‘...waartoe dit maar-springen-laten leidt’ zijn we eenigszins verwonderd over het feit, dat deze ‘korte vorm’ is gevloeid uit de pen van een geestdriftig voorstander-van-zuiver-Nederlandsch. Hij had kunnen schrijven: ‘Waartoe dit “Laat-maar-springen!” leidt.’ Maar misschien wilde hij het maar-waaien-laten-systeem door een ironisch voorbeeld hekelen. Dit alles neemt niet weg, dat wij het koppelteeken als zichtbaar teeken van ‘isoleering’ en praegnante samenvoeging niet mogen verwerpen. Het doet ook zonder eenigen invloed van buitenaf, zijn dienst | |
[pagina 367]
| |
in Nederlandsche constructies: H. Colijn, man-van-de-daad bij uitnemendheid. Hier kon de schrijver bezwaarlijk gaan samenstellen tot ‘dadenman’! Niet alleen de verbinding met een voorzetselbepaling, ook de coördinatie in koppelvorm kan een aardige variatie opleveren: De kunstgeleerde die er stof tot studie-en-vergelijking vindt... - Reeds Jacques Perk schreef: De waaksche wolf likt speelsch de staf-en-handen van den herder. - We kunnen ook, van vreemde smetten vrij, een bijwoord ‘isoleeren’ tot de functie van attribuut bij het voorafgaand substantief: ‘Bij plaatsing van “waar”-alléen aan het begin van een zin...’ - En al oud is de samenvoeging van adjectieven als in: ‘die acrobatisch-elegante spelers’. Maar we hebben hier het terrein van de korte taalvormen verlaten. G.S. OVERDIEP |
|