| |
| |
| |
Uit de tijdschrijften
Achterbergkroniek 13 (1994),
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang begint met een artikel van Hans Heestermans, getiteld Lexicografie en poëzie, waarin de auteur zich afvraagt of Achterberg een lexicografisch dichter is. Jan I.S. Zonneveld bespreekt de Geologie bij Achterberg. Fabian R.W. Stolk trekt vergelijkingen tussen Ida Gerhardt en Gerrit Achterberg. In Ons in u voltrokken lot van Jaap de Gier wordt ingegaan op de veralgemening in de poëzie van Achterberg. In zijn bijdrage schrijft Klaus Zickhardt Iets over nut, kracht en doem der getallen bij Achterberg. Het nummer wordt afgesloten met een lijst van literatuur Van en over Achterberg, opgesteld door Els Korsten-Burgemeister.
| |
Bzzlletin 23 (1994),
nr. 216/217
Dit dubbelnummer is gewijd aan het thema ‘Literatuur van de koude talen’: de literatuur van de Scandinavische talen.
| |
Dietsche Warande & Belfort 139 (1994),
nr. 3
In dit derde nummer staat een aantal prozabijdragen en gedichten, die voor een deel ‘eten’ als thema hebben. Het nummer bevat verder onder meer een bijdrage van Joris Gerits, getiteld Hoe fictief is deze vaderloze werkelijkheid, waarin hij ingaat op het boek De naam van de vader van Nelleke Noordervliet.
| |
Documentatieblad werkgroep achttiende eeuw 18 (1993),
nr. 2
Dit nummer bevat onder meer een bijdrage van Jacqueline de Man over De etiquette van het schertsen. Opvattingen over de lach in Nederlandse etiquetteboeken en spectators uit de achttiende eeuw.
| |
Forum der Letteren 35 (1994),
nr. 2
Dit nummer wordt geopend met een artikel van Alied Blom over Het ondoorgrondelijk bijvoeglijk naamwoord. In Harmonisatie van het wereldbeeld gaat Kees van der Waarden in op het abel spel Vanden Winter ende vanden Somer in cultuurfilosofisch perspectief. Het hulpwerkwoord doen heeft afgedaan volgens A.M. Duinhoven in het laatste artikel van dit nummer.
In de rubriek Boekbesprekingen zijn aardig wat recensies opgenomen, waarvan we de volgende noemen: M.A. Schenkeveld-van der Dussen, Nederlandse Literatuur, een geschiedenis (door Frank Brandsma), Pieter Breuker, Noarmaspekten fan it hjoeddeiske Frysk (door Durk Veenstra), Frans Ruiter, De receptie van het Amerikaanse postmodernisme in Duitsland en Nederland (door José Lambert), Peter Verstegen, Vertaalkunde versus Vertaalwetenschap (door Ronald Landheer), en Oebele Vries, ‘Naar ploeg en koestal vluchtte Uw taal’. De verdringing van het Fries als schrijftaal door het Nederlands (tot 1580) (door Cor van Bree).
| |
Gezelliana 1994,
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang wordt geopend met een bijdrage van W. Thys: De brief van Hugo Verriest aan Longfellow. De tweede bijdrage is van L. van Biervliet en gaat over De ontmoeting van Guido Gezelle met James Weale.
Verder zijn er een Bibliografie 1993 door P. Couttenier en A. de Vos en twee boekbesprekingen: J. Van Iseghem, Guido Gezelles ‘Vlaemsche Dichtoefeningen’ (door J.J.M. Westenbroek), en B. De Leeuw, P. De Wilde en K. Verbeke, o.l.v. A. Deprez, De briefwisseling van Guido Gezelle met de Engelsen 1854-1899. Het nummer wordt afgesloten met Kroniek 1993 van P. Couttenier.
| |
De Gids 157 (1994),
nr. 6
Dit nummer bevat onder meer een aantal gedichten en prozabijdragen.
nr. 7
Naast gedichten en prozabijdragen bevat dit nummer enkele essays. De bijdrage van Redbad Fokkema gaat over de ontologische poëtica van Hans Faverey: Precaire ontregelingen. Ton Anbeek gaat in op het werk van Cees Nooteboom tussen 1963 en
| |
| |
1980 in Reiziger in ruimte en tijd. Guy Widdershoven geeft een hermeneutische interpretatie van Luceberts gedichtencyclus ‘Beelden in het heden’: Het beeld moet men met drie ogen zien.
| |
Gramma/TTT 2 (1994),
nr. 3
Het laatste nummer van deze jaargang begint met een artikel van Renée van Bezooyen: Verschillen in Toonhoogte: Natuur of Cultuur? In Perspectief tekstlinguïstisch onderzocht geeft José Sanders een analysemethode voor het vaststellen van variaties in perspectivering. Anja Bogers gaat in op De Verwerving en Produktie van Verledentijdsvormen door Nederlandse en Turkse kinderen. A.M. Duinhoven buigt zich over Het Hulpwerkwoord laten en de Imperatief. Dik Bakker en Anna Siewierska bespreken een aantal computerprogramma's in hun bijdrage CPLT.
| |
Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige Literatuur na 1945, 54e aanvulling (augustus 1994),
In deze aanvulling komen de volgende auteurs en hun werk aan de orde: Maurits Dekker (door J.M.J. Sicking), Hans Dorrestijn (door Willem Maas), Willem Elsschot (door Lut Missinne), Hella S. Haasse (door Aleid Truijens), en Marc Reugebrink (door Hans Groenewegen).
| |
Levende Talen
nr. 491 (1994)
Dit nummer wordt ingeleid door Harjet Robben en Klaas Schreuder met Opstellen en correctievoorschriften gaan heel goed samen. Het artikel van Jan Erik Grezel gaat over het gebruik van de computer bij luistervaardigheid: Een luisterrijke leerweg Nederlands als tweede taal.
| |
Literatuur 11 (1994),
nr. 4
Het vierde nummer wordt geopend met een artikel van P. Kralt over trouw en verraad in het werk van S. Vestdijk: Een paradoxale Judas. De bijdrage van Joke Relleke en Tineke Jacobi gaat over de volgende vraag: Wie vormden de redactie van De Gids in de beginjaren 1837-1843? Jacqueline Bel heeft een interview met A.L. Sötemann. Het artikel Een geschenk van de hemel van Herbert van Uffelen gaat over Harry Mulisch in het Duitse taalgebied. Het laatste artikel is van Herman Pleij: De verguizing van de rederijkerij.
In de rubriek Literatuur-recensies worden o.m. de volgende boeken besproken: Mieke Smits-Veldt, Maria Tesselschade. Leven met talent en vriendschap (door Willemien B. de Vries), Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A. Kets-Vree (door P.J. Verkruijsse), F. Willaert e.a., Een zoet akkoord; middeleeuwse lyriek in de Lage Landen en Th. Mertens e.a., Middelnederlands geestelijk proza (beide door Saskia Raue).
| |
Maatstaf 42 (1994),
nr. 5
Naast gedichten en prozabijdragen vinden we in dit nummer onder meer het volgende artikel: W.F. Jonckheere: Zuid-Afrika door het oog van de Nederlandse dichter.
| |
Madoc 8 (1994),
nr. 2
Dit nummer begint met een artikel van Koen Goudriaan: Het einde van de Middeleeuwen ontdekt? In Pionier als Jacob van Maerlant heeft Erwin Mantingh een interview met Frits van Oostrom. Het derde artikel is van P.C.M. Hoppenbrouwers: Doorgifte van erfgoed op het laatmiddeleeuwse platteland.
| |
Mededelingen JCW 17 (1994),
nr. 2
In dit nummer zijn de volgende bijdragen opgenomen: Jan Parmentier, Over Weyerman, Peter de Grote en Lodewijk XV. Reizen met de barge tussen Brugge en Gent, Peter Altena, In een laarslaade. Jacob Campo Weyerman en de blauwe trekschuit, Marleen de Vries, Weyerman klassiek?, Marike Vierstra, ‘Een onwilligen glimlach’. Iets over het werk van de 18de-eeuwse voordrachtkunstenaar Arend Fokke Simonsz, en Adèle Nieuweboer, Naschrift bij het Arminiusnummer.
| |
Moer 1994,
nr. 4
In dit nummer doen Hermance Wissink, Wam de Moor en Dees Maas in Vallende spelden een onderzoek naar voorleesteksten. In Tekstbespreking: gewoon doen legt
| |
| |
Piet-Hein van de Ven uit waarom volgens hem het bespreken van teksten een onmisbaar element is in het leerproces van een schrijver. H.M. Molenaars bespreekt Het resultaat van procesgericht schrijfonderwijs. Patrick Eckringa gaat in op een cursus procesgericht schrijven in Het Nijmeegs Scriptorium.
In de rubriek Recensie bespreekt Bas Kranenburg het boek Taalkristal. Grammaticale en andere verschijnselen in het Nederlands van B. Jager.
| |
Naamkunde 26 (1994),
nr. 1/2
Dit dubbelnummer begint met een artikel van K. van Dalen-Oskam over Namen in Jacob van Maerlants Rijmbijbel. Daarna volgt een zeer uitgebreide bijdrage van P. Kempeneers over Kumtichse plaatsnamen (II). Tenslotte gaat O. Leys in op de naam Damiaan De Veuster uit het geslacht Van der Vorst.
In de rubriek Boekbespreking wordt het volgende werk gerecenseerd: R.A. Ebeling, Voor- en familienamen in Nederland. Geschiedenis, verspreiding, vorm en gebruik (door D. Gerritzen en A. Marynissen).
| |
Onze Taal 63 (1994),
nr. 7/8
Een deel van de artikelen in dit dubbelnummer zijn gewijd aan het thema ‘Nederlands als zangtaal’. Behalve een reeks kleine bijdragen is er een groter artikel van Carel Alphenaar, Ti amo of Ik hou van jou? Verder zijn er onder meer een bijdrage van Pieter van Reenen en Evert Wattel over het verschil tussen de s en de z: Het Nederlands tussen s en z, en een artikel van Marcel Lemmens, Amazing...moderne reclametaal.
Verder zijn er bijdragen in de rubrieken en series Reacties, Vraag en antwoord, Het proefschrift van..., Gedicht voor Onze Taal, Afkokers, InZicht en Ruggespraak.
| |
Parmentier 5 (1994),
nr. 2
Dit nummer heeft als thema ‘bloed’. Er zijn onder meer enkele gedichten met dit thema opgenomen en verder noemen we nog de volgende essays: Hans de Clerq, Macht, liefde en pijn (over het gedroomde bloedvergieten in het werk van Gerard Reve), en Jeroen Gradener, De fylogenese van het bloed (over bloedverwantschap en de natuurlijke orde bij Frans Kellendonk).
| |
De Revisor 21 (1994),
nr. 2
Dit nummer bevat een groot aantal gedichten en prozabijdragen.
| |
Spektator 23 (1994),
nr. 2
Dit tweede nummer wordt geopend met een artikel van C.J. van Rees en G.J. Dorleijn: Literatuuropvattingen in het literaire veld: over de integratie van twee benaderingen. In De tekst als begin- en eindpunt hebben Jaap Goedegebuure en Odile Heynders een gesprek met A.L. Sötemann. Het artikel van Wendy Jansen gaat over de zeventiende-eeuwse en achttiende-eeuwse arcadia: ‘Laag bijdegrondse geleerden, poespas’. De bijdrage Hiërarchieën op de knieën van Johan Zuidema, Anneke Neijt en Jeroen Weber gaat over het gebruik van de trema in de Nederlandse spelling.
| |
Spiegel 12 (1994),
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang bevat de volgende bijdragen: Helma van Lierop-Debrauwer, Het geminachte kind: Jeugdliteratuur in de bovenbouw van havo en vwo, Griet Ramaut, Leesgewoonten en leesmotivaties van 8- tot 14-jarigen: een vergelijkend onderzoek bij autochtone en allochtone kinderen in Vlaanderen, Peter van Vugt, Dyslexie, een schets van de problematiek, en Sjaal Kroon en Jan Sturm, ‘Wij gaan volksaardig worden d.a. nationaal worden’: een voorstudie naar moedertaalonderwijs en nationaal bewustzijn Deel 1: Over ‘Naatje van de Dam’ en volksbeschaving.
In de rubriek Boekbespreking gaat Wolfgang Herrlitz in op het werk Metafoor en onderwijs van Fred van Besien.
| |
Spiegel der Letteren 36 (1994),
nr. 2/3
In dit dubbelnummer bevinden zich de volgende artikelen: K. Lassche, Melancholy of Love. Een herinterpretatie van het Gruuthuselied, M. De Smedt, ‘Mynheer Luchtervelde’ van Eugeen Zetterman (1826-1855), en J. Van Iseghem, Gasfitter ‘doet’ Golgotha. Over de religieuze laag in Achterbergs ‘Ballade van de gasfitter’.
In de rubriek In margine zijn de volgende bijdragen opgenomen: J.H. Winkelman, Lanceloet in de problemen. Opmerkingen bij
| |
| |
een recentelijk verschenen boek, R. Lievens, Een ongelijke ruil. Van gebed naar toneel, en M. de Moor, De Vlaamse literatuur op een blaadje gepresenteerd: Emile de Lavaleye en Paul Fredericq in ‘The Athenaeum’ (1871-1904).
In de rubriek Boekbesprekingen zijn acht korte boekrecensies opgenomen.
| |
Taal en Tongval 46 (1994),
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang begint met een in memoriam Ludwig Erich Schmitt, de bekende germanist, die in januari van dit jaar overleed, geschreven door Jan Goossens. Het artikel dat daarop volgt, is tevens van J. Goossens: Dialecten aan het eind van de twintigste eeuw. J. van Marle gaat in op de resten van het gerundium in het Middelnederlands en de Nederlandse streektalen: Oppervlakte-gelijkvormigheid als conditionerende factor bij taalverandering. De volgende bijdrage is van Cor van Bree, getiteld Vlaardingse woorden. H. Daller en J.B. Berns bespreken Nederlands en Duits grensoverschrijdend dialectgebruik: de afstand tussen dialect en standaardtaal. In het volgende artikel onderzoekt J.B. Berns Resten van een taal: de Joodse elemeten in de Limburgse slagersvaktaal. Eric Hoekstra gaat in op Positieen Bewegingsaspect bij Selectie van de Infinitief op -E of -EN in het Westfries en het Fries. Het laatste artikel is van F. de Tollenaere en gaat over Het grootste Skandinavische Dialektwoordenboek. Verder is er een overzicht van Verhandelingen en scripties in verband met de Nederlandse dialectologie, 1989-1993.
In de rubriek Boekbesprekingen worden de volgende werken gerecenseerd: Arnold Rakers, Mundartatlas der alten Grafschaft Bentheim (door A. Goeman), Wim de Haas en Mieke Trommelen, Morfologisch Handboek van het Nederlands. Een overzicht van de woordvorming (door G. de Schutter), en H. Scholtmeijer, Zuidutrechts woordenboek. Dialecten en volksleven in Kromme-Rijnstreek en Lopikerwaard (door Har Brok).
| |
Taalkundig Bulletin 24 (1994),
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang wordt geopend door Jack Hoeksema met Tegenwoordig-deelwoordgroepen II: V1 patronen. Eric Hoekstra gaat in zijn bijdrage Wat staat er in Hoekstra (1991)? in op de kritiek die taalkundigen op zijn dissertatie hebben gegeven. Het artikel van Ron van Zonneveld gaat over Coördinatie, negatie en SGF.
| |
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 110 (1994),
nr. 1
Het eerste nummer van deze jaargang begint met artikel van Wim Zonneveld: Fonologie van het Nederlands: een overzichtsartikel. De tweede bijdrage is van E. van den Berg in samenwerking met A. Berteloot: Van dichter tot kopiist. Een dialectgeografisch onderzoek. Het derde artikel is van Jan Stroop en gaat over Afgedwongen nasalering.
In de rubriek Boekbeoordelingen worden de volgende drie werken besproken: E. van Boven, Een hoofdstuk apart. ‘Vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930 (door L. van Gemert), M. van der Wal en C. van Bree, Geschiedenis van het Nederlands (door P. van Sterkenburg), en M.L. Barend-van Haeften, Oostindië gespiegeld. Nicolaas de Graaff, een schrijvend chirurgijn in dienst van de VOC (door S. Huigen).
nr. 2
Het tweede nummer wordt geopend met een bijdrage van L. Pfeijffer en R. Wielaard over De Middelnederlandse fragmenten van de Flovent. Mariken Goris onderzoekt Het metrum in de gedichten van de Gentse Boethiusvertaling uit 1485. F. de Tollenaere buigt zich over Etymologica: bekaaid en bekaaien. Het laatste artikel is van J.P. Westgeest en gaat Over een etymologie van de oude rechtsterm verlagen ‘ruilen’.
In de rubriek Boekbeoordelingen worden de volgende werken besproken: Lanceloet: de Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie. Pars 2, uitg. door Bart Besamusca (door J.B. van der Have), Lanceloet: de Middelnederlandse vertaling van de Lancelot en prose overgeleverd in de Lancelotcompilatie. Pars 3, uitg. door Frank Brandsma (door Frank Willaert), H.L. Spiegel, Hert-spiegel. Uitg. door F. Veenstra (door P.E.L. Verkuyl), P.J. Buijnsters, Justus
| |
| |
van Effen (1684-1735), leven en werk (door Arie Jan Gelderblom), en G.C. Molewijk, Spellingverandering van zin naar onzin (1200-heden) (door B.C. Damsteegt).
| |
Tijdschrift voor Taalbeheersing 16 (1994),
nr. 2
Dit nummer heeft als thema ‘Juridische argumentatie’. Het wordt ingeleid door F.H. van Eemeren en E.T. Feteris met Modellen voor juridische argumentatie. Ter inleiding. H.J. Plug onderzoekt De structuur van rechterlijke uitspraken: contraargumentatie in de motivering. E.T. Feteris bekijkt De rol van de rechter in een juridisch proces als kritische beoordelaar in een redelijke discussie. De bijdrage van H. Kloosterhuis gaat over De relationele reconstructie van a contrario-argumentatie: een pragma-dialectische benadering. Het volgende artikel is van Y.L.C.H. Volman: Méér talen, méér macht: het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en de meertaligheid van het Gemeenschapsrecht. E. Brandt bekijkt de Argumentatie in literaire dagbladrecensies: een ideaalmodel.
In de rubriek Boekbeoordelingen worden onder meer de volgende werken besproken: F.H. van Eemeren en E.T. Feteris (red.), Juridische argumentatie in analyse (door T. van Haaften), H. Bonset, M. de Boer en T. Ekens, Nederlands in de basisvorming: een praktische didactiek (G. Rijlaarsdam), A. Dijkstra en G. Kempen, Taalpsychologie (door L.H. Elbers), en K. Ehlich, J. Rehbein en J.D. ten Thije (red.), Kennis, taal en handelen. Analyse van communicatie in de klas (door M.A. van Rees).
| |
Vestdijkkroniek 83/84 (1994)
In dit dubbelnummer zijn de volgende artikelen opgenomen: S. Vestdijk, Aktaion onder de sterren. Nagelaten verhaal, Kees van der Zwan, Verantwoording, Kees van der Zwan, Aktaion onder de sterren: het verhaal en de roman, S. Vestdijk, Radiolezing, T. van Deel, Naakte poppen en molentjes. De tekeningen van S. Vestdijk, Pierre H. Dubois, Vestdijk en Simenon, Tini Booij, Vijf vadem diep, P. Kralt, Poëzie, gekunsteldheid, grammatica, Carla de Oude, Een modernistische vergelijking tussen Kind tussen vier vrouwen en Terug tot Ina Damman, Jan J. van Herpen, De Stehgeiger Lanfredi, en P. Kralt in Lopende receptie 16: Nederlandse auteurs over Kafka.
Jan Nijen Twilhaar
|
|